Videocontrast
Met Videocontrast kunt u het videocontrastniveau
verlagen.
Het niveau aanpassen...
1 - Druk op , selecteer Alle instellingen en druk
op OK.
2 - Selecteer Beeld en druk op (rechts) om naar
het menu te gaan.
3
- Selecteer Geavanceerd > Contrast >
Videocontrast en druk op OK.
4 - Druk op de pijlen (omhoog)
of (omlaag) om de waarde aan te passen.
5 - Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
3D-videocontrast
Als u 3D-beelden bekijkt, kunt u het
videocontrastniveau verlagen met
3D-videocontrast. 3D-videocontrast dient alleen te
worden gebruikt door deskundige gebruikers.
Het niveau aanpassen...
1 - Druk op , selecteer Alle instellingen en druk
op OK.
2 - Selecteer Beeld en druk op (rechts) om naar
het menu te gaan.
3
- Selecteer Geavanceerd > Contrast > 3D-
videocontrast en druk op OK.
4 - Druk op de pijlen (omhoog)
of (omlaag) om de waarde aan te passen.
5 - Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
Lichtsensor
Met Lichtsensor worden de beeldinstellingen
automatisch aangepast aan de lichtomstandigheden
in de kamer. U kunt Lichtsensor in- en uitschakelen.
Deze optie in- of uitschakelen...
1 - Druk op , selecteer Alle instellingen en druk
op OK.
2 - Selecteer Beeld en druk op (rechts) om naar
het menu te gaan.
3
- Selecteer Geavanceerd > Contrast >
Lichtsensor en druk op OK.
4 - Selecteer Aan of Uit.
5 - Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
Gamma
Met Gamma stelt u een niet-lineaire instelling in voor
de helderheid en het contrast van het beeld. Gamma
dient alleen te worden gebruikt door deskundige
gebruikers.
Het niveau aanpassen...
1 - Druk op , selecteer Alle instellingen en druk
op OK.
2 - Selecteer Beeld en druk op (rechts) om naar
het menu te gaan.
3
- Selecteer Geavanceerd > Contrast >
Gamma en druk op OK.
4 - Druk op de pijlen (omhoog)
of (omlaag) om de waarde aan te passen.
5 - Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
Scherpte-instellingen
Superresolutie
Met Superresolutie schakelt u een uiterst scherpe
weergave van lijnen en contouren in.
Deze optie in- of uitschakelen...
1 - Druk op , selecteer Alle instellingen en druk
op OK.
2 - Selecteer Beeld en druk op (rechts) om naar
het menu te gaan.
3 - Selecteer Geavanceerd > Scherpte > Super
Resolution en druk op OK.
4 - Selecteer Aan of Uit.
5 - Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
Ruisonderdrukking
Met Ruisreductie filtert en vermindert u de
hoeveelheid beeldruis.
De ruisreductie aanpassen...
1 - Druk op , selecteer Alle instellingen en druk
op OK.
2 - Selecteer Beeld en druk op (rechts) om naar
het menu te gaan.
3
- Selecteer Geavanceerd > Scherpte >
Ruisreductie en druk op (rechts) om naar het
menu te gaan.
4
- Selecteer Maximum, Medium, Minimum of Uit.
5 - Druk zo nodig enkele malen op (links) om het
menu te sluiten.
77