18
5. Meet het wasmiddel en wasver-
zachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig. Zorg bij het sluiten van
de lade dat de klep geen blokke-
ring veroorzaakt.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN
1. Draai de programmaschakelaar. Het
bijbehorende programma-indicatie-
lampje gaat branden.
2. Het lampje van toets
het rood.
3. Op het display verschijnt de stan-
daard temperatuur en centrifuge-
snelheid. Om de temperatuur en/of
de centrifugesnelheid te wijzigen,
drukt u op de bijbehorende toet-
sen.
4. Stel de beschikbare functies in. Het
lampje van de ingestelde functie
gaat aan, of de display toont het bij-
behorende symbool.
3. Draai de klep omhoog om poeder-
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
5. Druk op toets
knippert in
4
EEN PROGRAMMA
ONDERBREKEN
1. Als u op de toets
2. Als u opnieuw op toets
wasmiddel te gebruiken.
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand OM-
LAAG:
– Gebruik geen gelatineachtige
of dikke vloeibare wasmidde-
len.
– Giet niet meer vloeibaar was-
middel in het vakje dan de li-
miet op de klep.
– Stel de voorwasfase niet in.
– Stel de startuitstelfunctie niet
in.
4
om het program-
ma te starten. Het lampje van toets
is aan.
4
catielampje knippert.
Het wasprogramma gaat verder.
4
drukt: Het indi-
drukt.
4