Bedieningspaneel
A: AAN (ON)-lampje
Dit lampje knippert en brandt vervolgens wanneer het apparaat wordt aangezet.
B: Knop AAN (ON)
Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat
wordt aangezet.
De printer in- en uitschakelen
C: Knop MENU
Druk hierop om de menu-items voor kopiëren en scannen weer te geven.
D: Knop KOPIËREN (COPY)
Hiermee wordt de printer naar de kopieermodus geschakeld.
E: LCD (Liquid Crystal Display)
Hierop worden berichten, menu-items en de werkingsstatus weergegeven.
F: Knop Zwart (Black)
Hiermee start u kopiëren, scannen, enzovoort in zwart-wit.
G: Knop Stoppen (Stop)
Hiermee annuleert u het afdrukken of annuleert u wanneer u een menuoptie selecteert.
H: Alarm-lampje
Wanneer er een fout optreedt, knippert of brandt dit lampje.
I: Knop Kleur (Color)
Hiermee start u kopiëren, scannen, enzovoort in kleur.
J: Knop OK
Hiermee voltooit u de selectie van items. Wordt ook gebruikt om fouten op te lossen.
K: Knoppen
en
Wordt gebruikt om een instellingsitem te selecteren. Deze knoppen worden ook gebruikt om tekens in
te voeren.
Een menu of instelling selecteren
156