Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening; Diepteaanslag; Inklemmen Van De Boor Fig. F; Inklemmen Van Het Werkstuk Fig. G - Powerplus POW302 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

De binnenzijde van de boorspindel dient volledig te worden ontvet. Gebruik daarvoor
milieuvriendelijke oplosmiddelen. Ga met de boorkopstift op dezelfde manier te werk. Alleen
op deze wijze kan een correcte transmissie worden bereikt.

8 BEDIENING

De machine is voorzien van een nulspanningsschakelaar. Na het wegvallen van de spanning
begint de machine uit veiligheidsoverwegingen niet meer automatisch te lopen. De machine
moet opnieuw worden ingeschakeld.
8.1

Diepteaanslag

De boorspindel is voorzien van een diepteaanslag. Met de moer kan deze worden ingesteld.
Op de schaalverdeling kan de boordiepte worden afgelezen.
8.2

Inklemmen van de boor fig. F

In de boorkop van de tafelboormachine kunnen boren en andere gereedschappen met
cilindrische schacht worden geklemd. Het draaimoment wordt via de spankracht van de drie
klembekken op de boor overgedragen. De boor dient - om wegglippen te voorkomen - met
behulp van de tandkranssleutel vast te worden geklemd. Bij het wegglippen van de boor in de
boorhouder ontstaat aan de boorschacht een lichte braam, die een centrisch klemmen
onmogelijk maakt. Een op die wijze ontstane braam moet in ieder geval door te slijpen worden
verwijderd.
8.3

Inklemmen van het werkstuk fig. G

De boortafel en de voetplaat van de tafelboormachine zijn voorzien van groeven ter
bevestiging van spangereedschappen. Klem het werkstuk altijd in de machineklem of andere
spangereedschappen vast. U voorkomt daardoor ongevallen en verhoogt zelfs de boorprecisie,
omdat het werkstuk niet "slaat".
8.4

Tafelverstelling fig. H

De boortafel is aan de boorkolom bevestigd en kan na het losmaken van de vastzethendel in
hoogte worden versteld. Stel de tafel dusdanig in, dat er tussen de bovenkant van het
werkstuk en de punt van de boor voldoende afstand overblijft. De tafel kunt u ook zijwaarts
zwenken, wanneer u een werkstuk direct op de voetplaat wilt klemmen.
8.5
Fig. I
Voor schuine boringen en bij schuin ondersteuningsvlak van het werkstuk kan de tafel worden
gekanteld. Draai daarvoor de zeskantschroef (20) aan het draaipunt van de tafel los en
verwijder de centrering (21). Kantel de tafel in de gewenste positie. Schroef vervolgens met
een steeksleutel de zeskantschroef (20) weer goed vast.
8.6

Toerental, draaisnelheid, toevoer

De toevoer - de aanzetbeweging van de boor – geschiedt met de hand aan de 3-armige
boorhefboom. De draaisnelheid wordt door het toerental van de boorspindel en door de
diameter van de boor bepaald.
De juiste keuze van de toevoer en het toerental van de boorspindel zijn voor de levensduur
van de boor doorslaggevend. Als basisregel geldt: bij een grotere diameter van de boor moet
het toerental lager worden gesteld; hoe groter de stevigheid van het werkstuk is, des te groter
moet ook de snijdruk zijn. Opdat de boor daarbij niet overmatig zou worden verhit, moeten
gelijktijdig de toevoer en de draaisnelheid worden verlaagd. Bovendien dient de boor met
boorolie te worden gekoeld. Bij dunne platen moeten vrij grote boringen voorzichtig met
geringe toevoer en geringe snijdruk worden uitgevoerd, opdat de boor niet "hakt" en de boring
op maat blijft.
Bij diepe boringen (groter dan 2x de diameter van de boor) is de spaanafvoer moeilijker en de
verhitting van de boor groter.
Copyright © 2014 VARO
POW302
P a g i n a
| 8
NL
www.varo.com

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave