Inhoud Menustructuur.................4 De systeemdatum en -tijd instellen..........20 LCD bediendeel................6 De instellingen van het bediendeel aanpassen.....21 De CSx75-menu's gebruiken............8 Het LCD-display aanpassen............22 Voorbereidingen................9 Het logboek lezen.................23 In- en uitschakelen met een bediendeel voor één gebied..10 Telefoonnummers wijzigen............26 In- en uitschakelen met een hoofdbediendeel......11 Uw domotica sturingssysteem instellen........25 Het systeem uitschakelen na een alarm.........12 Uw domotica sturingssysteem activeren.........26...
Menustructuur In/Uitschakelen Volledig in Gebruikersmenu Gedeeltelijk in Uitschakelen Stil uit (1) Zone 1 Zones overbruggen (2) Zone 2 (3) Zone 3 ... Groep overbruggen Functie's Alarmgeheugen X-10 Modules Gebruikerdetails Gebruikerscode Taal Naam Weergave meerdere gebieden Weergave één gebied Reset branddetector Service vereist Handmatige test Looptest...
LCD bediendeel LCD-display: Hierop verschijnen Voeding (groen): Als deze LED informatie over de status van het brandt, is het systeem aangesloten systeem, de menu-opties en andere op de netspanning. informatie die wordt ingegeven. Systeem gereed (groen): Als deze F1, F2, F3: Programmeerbare LED brandt, is het systeem gereed toetsen die door de installateur om te worden ingeschakeld.
Pagina 7
LCD bediendeel Indicatie LED voor de Voeding • Brandt als het systeem geen accu of een accu storing Gebruik de pijltoetsen om door menulijsten en opties te navigeren aanwezig is. (bladeren). In de 'Weergave meerdere gebieden' modus of wanneer • Knippert als het systeem geen of een zwakke accu heeft. u niet in een menu staat: •...
De CSx75-menu's gebruiken Functiemenu Navigeren in de menu's Het functiemenu bevat een aantal menu-opties die u kunt Druk deze toetsen om tussen de verschillende menu- gebruiken zonder een gebruikerscode in te voeren. Druk de opties te bladeren. toetsen om het functiemenu te openen en erin te bladeren.
Voorbereidingen Voordat u uw systeem kunt inschakelen, moeten de zones in alle gebieden gesloten zijn. Wanneer het systeem niet gereed is om te worden ingeschakeld, verschijnt een melding hierover op het LCD-display. Syst niet gereed 1. Als uw systeem NIET gereed is om te worden ingeschakeld, controleert u of een deur of venster open staat.
In- en uitschakelen met een bediendeel voor één gebied Een bediendeel kan worden geprogrammeerd als een bediendeel voor één gebied of als een hoofdbediendeel. Met een bediendeel met weergave voor één gebied kunt u maar één gebied inschakelen, terwijl u met een hoofdbediendeel één of meer gebieden kunt inschakelen.
In- en uitschakelen met een hoofdbediendeel Een hoofdcodebediendeel is te gebruiken om een of meerdere gebieden te kunnen inschakelen. “Volledig Inschakelen” schakelt het gebied geheel in (behalve overbrugde ingangen). “Gedeeltelijk Inschakelen” schakelt het gebied gedeeltelijk in (Behalve Interne ingangen en overbrugde ingangen)indien er mensen op de locatie aanwezig blijven. Voor meer informatie over het overbruggen van ingangen, zie pagina 17.
Het systeem uitschakelen na een alarm Er zijn verschillende typen alarmen. Een inbraak- en sabotagealarm activeren een 2-tonige sirene. Een brandalarm stelt een 1-tonige sirene in werking. Bij alle typen alarmen gaat het bediendeel snel piepen. Zie pagina 14 als u wilt weten hoe u op een brandalarm moet reageren.
Branddetectoren resetten Een brandalarm kan zich voordoen wanneer uw systeem is in- of uitgeschakeld. Bij een brandalarm wordt een 1-tonige sirene in werking gesteld de rode LED op het bediendeel zal gaan branden en het bediendeel zal snel gaan piepen. Als u het brandalarm wilt uitschakelen, voert u uw gebruikerscode in.
Functies voor persoonlijke veiligheid gebruiken Uw systeem is uitgerust met drie functies voor persoonlijke veiligheid. Met die functies kunt u een brandalarm, medisch alarm en overvalalarm handmatig in werking stellen. Brand Druk tegelijk op de toetsen 1 en 3 en houd ze twee seconden ingedrukt.
De status van een zone bekijken U kunt alle verstoorde zones en overbrugde zones bekijken. Alle zones die niet in deze lijsten zijn vermeld, zijn gesloten en werken normaal. Als u de overbrugde en verstoorde zones wilt bekijken, drukt u OK. 1.
Eén of meer zones overbruggen U kunt een reeks zones opgeven die zullen worden overbrugd wanneer u uw systeem inschakelt. Wanneer u het systeem weer uitschakelt, wordt de selectie opgeheven. Hiertoe drukt u OK en voert u uw gebruikerscode in. Ga met de toetsen naar In/Uitschakelen en druk OK.
Uw gebruikerscode en naam wijzigen Als u uw eigen gebruikerscode of naam wilt wijzigen, drukt u OK en voert u uw gebruikerscode in. Ga met de toetsen naar Functie's en druk op OK. Functie's 1. Ga naar Gebruikerdetails en druk OK. Gebruikerdetails 2.
De gebruikerscode en naam van een andere persoon wijzigen Als u de gebruikerscode en naam van een andere gebruiker wilt wijzigen, voert u een hoofdcode in. Ga met de toetsen naar Gebruikers en druk OK. Gebruikers 1. Er verschijnt een lijst met alle gebruikers. Als er meer dan 20 (1) Jaap Maalders gebruikers zijn, worden ze in groepen van 10 weergegeven.
Autorisatie van gebruikers wijzigen U kunt de autorisatie van een gebruiker zodanig instellen dat hij/zij kan inschakelen, uitschakelen, meldingen kan verzenden en zones kan overbruggen. U kunt een gebruikerscode ook instellen als hoofdcode en opgeven tot welke gebieden de gebruiker toegang heeft. Hiervoor drukt u OK en voert u een hoofdcode in. Ga met de toetsen naar Gebruikers en druk 1.
De systeemdatum en -tijd instellen As u de systeemdatum en -tijd wilt instellen, drukt u OK en voert u een hoofdcode in. Ga met de toetsen naar Opties en druk OK. 1. Ga naar Instellen datum/tijd en druk OK. 2. De actuele tijd wordt getoond met de dag van de week, de uren en Vr 11:56 de minuten.
De instellingen van het bediendeel aanpassen U kunt de taal van de gebruikersinterface van het bediendeel en het volume van de zoemer van het bediendeel wijzigen. Wanneer u uw gebruikerscode invoert, wordt het menu weergegeven in de taal die aan uw code is gekoppeld. U kunt de taal wijzigen zonder uw code in te voeren.
Het LCD-display aanpassen U kunt het contrast van het LCD-display en de helderheid van de achtergrondverlichting wijzigen. Hiertoe drukt u OK en voert u een hoofdcode in. Ga met de toetsen naar Opties en druk OK. Het LCD contrast heeft 10 niveau's. De LCD helderheid en de instelling van het volume hebben 16 niveau's.
Het logboek lezen Het logboek geeft alle gebeurtenissen weer, welke zijn voorgekomen nadat het gebied werd ingeschakeld. De gebeurtenissen zijn alsvolgt te zien : Regel 1 : Gebeurtenistype GN Gebiedsnaam. Regel 2 : Ingang/Gebruikers Naam ZN/GN HH:MM DD/MM LOG. Gebeurtenis : Het type gebeurtenis welke is voorgekomen.
Telefoonnummers wijzigen In bepaalde gevallen kunt u het telefoonnummer wijzigen waarnaar de meldingen moeten worden verzonden. U kunt dit alleen doen als u een hoofdgebruiker bent en als de bestaande telefoonnummers geconfigureerd zijn om het sirenetoon of het spraakprotocol te gebruiken. Druk OK en voer uw hoofdcode in. Ga met de toetsen naar Opties en druk OK.
Uw domotica sturingen instellen Dankzij het domotica besturingssysteem kunt u met behulp van uw bediendeel X-10 modules in uw huis aan-/uitschakelen. U kunt bijvoorbeeld verlichting op de benedenverdieping uitschakelen. Hiervoor sluit u op elke lichtschakelaar een programmeerbare eenheid aan. Daarna gebruikt u het bediendeel om de eenheid aan de schakelaar toe te wijzen en geeft u het huis op waarin de schakelaars zich bevinden.
Uw domotica sturingen activeren Dankzij het domotica besturingssysteem kunt u met behulp van uw bediendeel modules in uw huis aan-/uitschakelen. Hiervoor drukt u OK. Ga met de toetsen naar X-10 Modules en druk op OK. Modules 1. Er verschijnt een lijst met alle geconfigureerde modules in uw --------- systeem.
Gegevens up/downloaden De installateur kan uw systeem programmeren met behulp van up/download-software. Omwille van veiligheidsredenen kan de installateur dit echter niet doen zonder uw toestemming. Als u de installateur wilt toestaan om gegevens te up/downloaden, stelt u de centrale zodanig in dat deze een up/download-oproep van de computer van de installateur beantwoordt.
Uw systeem testen U kunt verschillende testen met uw systeem uitvoeren om te controleren op correcte werking. Als u die testen wilt uitvoeren, drukt u OK en voert u uw gebruikerscode in. Als u een looptest wilt uitvoeren, voert u een hoofdcode in. Ga met de toetsen naar Functie's en druk op OK.
Kaarten toevoegen en verwijderen Als een proximity kaartlezer is geïnstalleerd, kunt u met behulp van een proximity kaart verschillende functies van het bediendeel activeren door de kaart voor de lezer te houden. Als hoofdgebruiker kunt u één of meer kaarten aan het systeem toevoegen of bestaande kaarten verwijderen.
Serviceboodschappen Op het LCD-diplay verschijnen serviceboodschappen naar aanleiding van handmatige en automatische tests. Als u het probleem niet zelf kunt oplossen, neemt u contact op met de installateur. Oorzaak Oplossing Neem contact op met de installateur. De centrale heeft een overmatige Centrale stroomafname gedetecteerd via Overstroom...
Pagina 31
Serviceboodschappen Oorzaak Oplossing De voeding van de centrale is volledig Zie pagina 21 voor informatie over het Centrale onderbroken geweest en de klok moet instellen van de systeemklok. Tijd/Datum fout opnieuw worden ingesteld. Er is geen netspanning op de centrale Controleer de netspanning.
Pagina 32
Serviceboodschappen Oplossing Oorzaak Module De accu in een uitbreidingsmodule is Neem contact op met de installateur. Accufout niet in orde. Controleer of de behuizing is Er is een storing opgetreden Module beschadigd. Als er geen schade is, betreffende de behuizing van een Sabotage behuizing moet u controleren of de behuizing uitbreidingsmodule.