Met elektronische ruimtetemperatuurregeling en ruimtetemperatuurvoeler, type 30076
Regelaarprintplaat
naregeling
P2:
Schakel-
verschil
3. Montage
3.1 Montage van de schakelklok
Monteer de regeling in een droge, zoveel mogelijk stofvrije ruimte op een
plat oppervlak (wandmontage). De regelingen en bedieningsorganen aan
de voorzijde moeten voor de bediening goed toegankelijk zijn. De
behuizing wordt d.m.v. drie schroeven op de wand bevestigd. De maten
voor de boorgaten zijn op de achterzijde van de behuizing leesbaar.
Aangezien de ruimtetemperatuurvoeler in een afzonderlijke behuizing is
ondergebracht, kan de schakelklok met elektronische regeling ook in loze
ruimten van een gebouw worden gemonteerd. Hierbij moet de maximale
kabellengte in acht worden genomen.
3.2 Montage van de ruimtevoeler
De ruimtetemperatuurvoeler registreert de temperatuur op de
montagelocatie. De montagelocatie dient zich daarom op een plaats te
bevinden waar de temperatuurmeting niet negatief kan worden
beïnvloed:
• montagehoogte ca. 1,50 m boven de vloer op een binnenmuur
• niet naast deuren of ramen (tocht)
• niet achter gordijnen, vitrages of meubels
• niet in direct zonlicht
• niet in de luchtstroom van de verwarmingstoestellen
• niet naast of boven andere warmtebronnen zoals radiatoren, lampen,
e.d.
• Aansluiting: z.B. J-Y (ST) Y 4 x 2x 0,8 mm;
kabellengte: bij 1,5 mm² max. 100 m
3.3 Schakelverschil instellen
De schakeldifferentie van de elektronische regeling is instelbaar tussen 0,6
K en 6 K. Fabrieksmatig is de kleinste schakelverschil ingesteld. Soms kan
een grotere schakelverschil noodzakelijk zijn (wanneer de verwarming te
vaak in- en uitschakelt). Stel de schakelverschil als volgt in:
• Schakel de voedingsspanning uit en beveilig deze tegen opnieuw
inschakelen.
• Trek de draaiknoppen van de regelbereikgevers af.
• Schroef de frontplaat af.
• Trek de insteekkaart met elektronische regelaar voorzichtig naar buiten.
• Stel de schakelverschil op de potentiometer P2 Δt in.
• Monteer alles weer in omgekeerde volgorde.
Schakelklok
Installatie- en bedieningshandleiding
1.96
7