MEMO
Wanneer het apparaat is ingeschakeld en een bepaalde tijd
is verstreken sinds u het apparaat voor het laatst bespeelde
of bediende, wordt de stand-bymodus van het apparaat
automatisch ingeschakeld. U kunt een speciale app (hierna
BOSS Tone Studio genoemd) gebruiken om de tijd te
wijzigen waarna de stand-bymodus van het apparaat wordt
ingeschakeld (P. 7).
In de stand-bymodus wordt het apparaat automatisch
ingeschakeld als de transmitter die op de gitaar is
aangesloten, trillingen detecteert (P. 5).
7
(Draadloze gitaar)-indicator
Geeft de status van de verbinding met de transmitter aan.
Indicator
Uitleg
Verbonden met de transmitter
Wit opgelicht
Wanneer u de gitaar bespeelt, hoort u
geluid via de luidspreker.
Niet verbonden met de transmitter
Gedoofd
U kunt de gitaar ook aansluiten op de
INPUT-aansluiting.
* Als de gitaar is aangesloten op de INPUT-aansluiting, krijgt het
geluid van de INPUT-aansluiting prioriteit.
8
TONE SETTING
[CH A], [CH B]-knoppen
In elk van deze knoppen zijn drie sets met instellingen
opgeslagen voor alle regelaars (behalve de [MASTER]-regelaar)
en knoppen van het bovenste paneel (P. 6). Telkens wanneer u op
een knop drukt, wisselt de kleur tussen groen, rood en oranje en
worden de instellingen overeenkomstig gewijzigd. Als u een knop
gedurende één seconde ingedrukt houdt, worden de instellingen
van het geluid dat u momenteel hoort, overschreven op de eerder
opgeslagen instellingen.
* U kunt de instellingen naar de fabriekstoestand herstellen door
de stroom in te schakelen terwijl u de [PANEL]-knop ingedrukt
houdt (P. 9).
[PANEL]-knop
Creëert het geluid van het apparaat op basis van de huidige
instellingen van de regelaars op het paneel.
Achterpaneel
12
13
12
AUX IN-aansluiting
Hier kunt u een cd-speler, audiospeler, elektronisch
muziekinstrument of gelijkaardige audiobron aansluiten om
het signaal ervan te beluisteren terwijl u gitaar speelt.
13
DC IN-aansluiting
Sluit de bijgeleverde netstroomadapter aan (P. 5).
* Gebruik alleen de netstroomadapter die is meegeleverd met
het apparaat.
9
(PHONES)/REC OUT-aansluiting
Sluit de hoofdtelefoon hierop aan. U verkrijgt hiermee krachtige
gitaargeluiden, net alsof u door de luidspreker speelt. Door
BOSS Tone Studio te gebruiken, kunt u het geluid van andere
microfooninstellingen verkrijgen (LINE OUT AIR FEEL, P. 7). Gebruik
de [VOLUME]-regelaar en de [MASTER]-regelaar om het volume te
regelen.
* Als er een stekker in deze aansluiting wordt gestoken, zal er
geen geluid worden uitgestuurd via de eigen luidspreker van
de KATANA. Dit is handig wanneer u niet wilt dat er een luid
geluid geproduceerd wordt door de luidspreker, bijvoorbeeld
wanneer u 's avonds oefent.
10
INPUT-aansluiting
Hier kunt u direct uw elektrische gitaar aansluiten.
* Zet het volume altijd lager en schakel alle apparaten uit voordat
u aansluitingen maakt om defecten en schade aan apparaten te
voorkomen.
11
TRANSMITTER IN-aansluiting
U kunt de meegeleverde transmitter (P. 4) hier aansluiten om deze
op te laden.
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, schakelt u
de KATANA-AIR in en sluit u de transmitter hier aan om deze op te
laden.
OPMERKING
5 Sluit hier alleen een door BOSS vervaardigde transmitter aan.
Als u een hoofdtelefoon aansluit, kan er geluid met een
hoog volume worden uitgestuurd, of kan de hoofdtelefoon
beschadigd raken.
5 Omgevingstemperatuurbereik tijdens het opladen: 5 °C – 35
°C
Om optimaal gebruik te maken van de oplaadbare lithium-
ion-batterij raden wij echter aan om deze op te laden in een
temperatuurbereik van 10 °C – 30 °C.
Als de temperatuur zich niet binnen het juiste bereik
bevindt, kan er een oplaadfout optreden (het batterijlampje
knippert dan rood) en wordt de batterij niet opgeladen.
O (USB)-poort
14
14
U kunt een in de handel verkrijgbare USB 2.0-kabel gebruiken om
het geluid van de KATANA-AIR op te nemen op uw computer.
U moet de USB-driver installeren als u het apparaat aansluit
op uw computer.
Download de USB-driver van de Roland-website. Raadpleeg het
bestand Readme.htm dat is inbegrepen bij de download voor
meer details.
https://www.boss.info/
Paneelbeschrijvingen
3