5. Ingebruikname
-Zet de cilinder in vertikale positie op de vloer.
-Verwijder de borgpen van een poot.
-Klap de poot uit.
-Verwijder de borgpen van een naastliggende poot.
-Klap de poot uit.
-Kantel de cilinder iets. De uitgeklapte poten kunnen nu in de eindpositie komen.
De gaten waardoor de borgpennen moeten worden aangebracht komen vrij.
-Borg de uitgeklapte poten met de borgpennen.
-Breng de borging van de borgpennen aan.
-Kantel de cilinder terug totdat de wielen van de uitgeklapte poten de vloer raken.
-Zorg dat de zwenkwielen van de uitgeklapte poten geremd zijn.
-Verwijder de borgpennen van de opgeklapte poten.
-Klap de poten uit.
-Til de cilinder iets op. De poten kunnen nu in de eindpositie komen. De gaten waardoor de borgpennen moeten
worden aangebracht komen vrij.
-Borg de poten met de borgpennen.
-Breng de borging van de borgpennen aan.
-Zet het werkblad op de cilinder.
-Trek de borgpen onder het werkblad naar buiten. Het werkblad kan nu verder zakken.
-Laat de borgpen los. De borgpen is zelfborgend.
-Controleer of het werkblad goed geborgd is.
-Los de remmen van de zwenkwielen.
De montagelift kan nu naar de positie worden verreden waar de montagewerkzaamheden plaatsvinden.
!
-Controleer of de vloer vlak en verhard is.
-Zet de remmen van de zwenkwielen vast.
-Koppel de luchtslang van de handgreep naar de cilinder aan.
-Bedien de noodstop. De bedieningsknop staat nu in de richting van het opschrift "stop"
-Controleer of de daalbediening in de juiste stand staat.
-Koppel de luchtslang van de handgreep naar de compressor aan.
-Start de compressor.
De montagelift is nu gereed om in gebruik te worden genomen.
6. Bediening
Als de handelingen zoals omschreven in het hoofdstuk "Ingebruikname" zijn uitgevoerd is de montagelift
bedrijfsklaar. Alvorens bediening kan plaatsvinden is het noodzakelijk dat aan een aantal voorwaarden wordt
voldaan.
!
-In het pand moet bij de werkplekken voldoende verlichting aanwezig zijn.
-De werkplekken op hoogte waar de montagewerkzaamheden plaatsvinden moeten veilig bereikbaar zijn.
-Slechts goed gëinstrueerd personeel mag met de montagelift werken.
De nu volgende bedieningsinstructies dienen nauwgezet opgevolgd te worden.
-Controleer of tussen de monteur(s) op hoogte en de bediener op de vloer goede communicatie mogelijk is.
-Spreek vooraf duidelijk af op welke wijze communicatie plaatsvindt.
-Zorg dat de hefbaan vrij van obstakels is.
-Draag werkhandschoenen bij het behandelen van de last.
!
-GEBRUIK HULPMIDDELEN BIJ HET HANTEREN VAN LASTEN > 35 KG.
-Leg de last op het werkblad met het zwaartepunt van de last boven de cilinder.
-Zet de last met sjorbanden vast op het werkblad. De sjorbanden moeten aan de sjorhaken onder het werkblad
!
worden bevestigd.
-ZORG ER VOOR DAT DE SJORBANDEN NIET OP SCHERPE DELEN DRAGEN.
-Zet een helm op.
-Neem ruim afstand van de hefbaam
-Zorg voor goed zicht op de hefbaan.
-Zet de noodstop vrij.
Pagina 4