2
Voorbereiding
2.1
Veiligheidsinstructies
Zonnepanelen genereren elektriciteit zodra ze aan licht worden blootgesteld. De spanning van een
enkele module is minder dan 50 VDC. Wanneer meerdere modules in serie zijn geschakeld, kan de
gecombineerde spanning gevaarlijk hoog worden. Wanneer de modules parallel zijn geschakeld,
worden de stromen opgeteld.
Hoewel er aanraakbescherming aanwezig is in de vorm van volledig geïsoleerde stekkercontacten,
moeten de volgende punten in aanmerking worden genomen bij hantering van de zonnepanelen,
om het risico op brand, vonkontlading en dodelijke elektrische schokken te vermijden:
OPMERKING! De installatie van PV zonne-energie moet door gekwalificeerde professionals worden
uitgevoerd.
GEVAAR! Steek geen elektrisch geleidende delen in de stekkers of aansluitbussen.
GEVAAR! Draag geen metalen sieraden tijdens het uitvoeren van mechanische of elektrische
installatiewerkzaamheden.
GEVAAR! Bevestig geen zonnepanelen met natte stekkers en aansluitbussen.
Gereedschap en werkomstandigheden moeten droog zijn.
LET OP! Wees uiterst voorzichtig bij werkzaamheden aan de bedrading en gebruik geschikte
veiligheidsapparatuur (geïsoleerde gereedschappen, geïsoleerde handschoenen enz.).
LET OP! Gebruik geen beschadigde modules, ontmantel geen modules en verwijder geen onderdelen
of stickers die door de fabrikant zijn bevestigd.
LET OP! Behandel de achterkant van het laminaat niet met verf of kleefmiddelen en bekras deze
niet met scherpe objecten.
7
Zonnepanelen
IOM-S1.MODULES-NL-V4.0