Bediening
Bedieningselementen
1
Instelwaarde knop, gewenste
ruimtetemperatuur overdag
2
Programmeertoetsen
Toetsen om de gewenste
parameters (regels) te selecteren
3
Programmeertoetsen
Toetsen om de gekozen
parameter (regel) in te stellen
4
Deksel open
5-8 Werkingstoestand
Auto
Automatisch volgens
schakelklok
De verwarming wordt door middel
van de ingebouwde schakelklok
aangestuurd. In de zomer wordt
de verwarming automatisch
uitgeschakeld.
De Installatie kan via een
kamerthermostaat bediend
worden. ( wanneer de kamer-
thermostaat een instructie geeft
knippert de toets)
Continue werking --->
De kamertemperatuur wordt altijd
op de ingestelde temperatuur ( via
draaiknop ) geregeld.
De schakelklok en de auto-
matische zomer – winter
omschakeling zijn uiteschakeld.
i Verwarming
uitgeschakeld --->
Vorstbeveiligingsfunctie
(Standby-modus).
6
Tapwater aan/uit --->
De tapwaterproductie kan hier
aan- of uitgeschakeld worden.
OFF = Vorstbeveiliging voor het
tapwater
ON = Het tapwater wordt
naargelang de schakelklok
opnieuw op de normale of
gereduceerde instelwaarde
opgewarmd.
7
Handmatige bediening --->
De mengkraan is stroomloos en
kan met de hand ingesteld
worden. De temperatuur wordt
niet geregeld
8
Controle
De keteltemperatuur wordt zo
snel mogelijk tot op 64°C
opgewarmd.
Daarna wordt er zoveel warmte
aan de verbruiker afgegeven, dat
de 64°C bij lopende brander
behouden blijft. Met de toetsen
<+> en <-> kunnen de eerste en
tweede trap separaat gemeten
worden.
3