5 Installatie van de leidingen
5.2.3
Het verwarmingssysteem vullen
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
Tijdens het vulproces kan er water ontsnappen uit
lekpunten, wat elektrische schokken kan veroorzaken als
het in contact komt met delen die onder spanning staan.
▪ Schakel de unit daarom uit voordat u het vulproces
start.
▪ Controleer na het vullen en voordat u de unit met de
hoofdschakelaar weer aanzet, of alle elektrische
onderdelen en aansluitpunten droog zijn.
1 Sluit een slang met een terugslagklep (1/2") en een externe
manometer (ter plaatse te voorzien) aan op een waterkraan en
de vul- en aftapkraan. Zet de slang goed vast zodat ze niet van
de kraan kan schuiven.
e.1
e.2
B
j/k
AB
A
f
a
g
b
i
h
a
Slang met een terugslagklep (1/2") en een externe
manometer (ter plaatse te voorzien)
b
Vul- en aftapkraan
Installatiehandleiding
12
50%
100%
0%
CH
Bypass
(B)
(A)
d
c
j
k
50%
100%
0%
CH
DHW
(A)
(B)
c
Water ruimteverwarming/-koeling UIT
d
Water ruimteverwarming/-koeling IN
e.1
Klepmotor
e.2
Slot van de klepmotor
f
Waterkraan
g
Automatische ontluchtingsklep
h
Drukmeter (ter plaatse te voorzien)
i
Drukvat (ter plaatse te voorzien)
j
Omloopklep
k
Tankklep
2 Bereid voor op ontluchting volgens de instructies (zie
"8.2.2 Ontluchten" [ 4 38]).
3 Open de waterkraan.
4 Open de vul- en aftapkraan en controleer de manometer.
5 Vul het systeem met water tot de externe manometer aangeeft
dat
de
beoogde
druk
(systeemhoogte +2 m; 1 m waterkolom = 0,1 bar). Let op dat de
drukveiligheidsklep niet open gaat.
6 Sluit de manuele ontluchtingskleppen zodra er water zonder
bellen verschijnt.
7 Sluit de waterkraan. Laat de vul- en aftapkraan open voor het
geval het vulproces moet worden herhaald na de ontluchting
van het systeem. Zie "8.2.2 Ontluchten" [ 4 38].
8 Sluit de vul- en aftapkraan en verwijder de slang met de
terugslagklep pas nadat de ontluchting is uitgevoerd en het
systeem volledig is gevuld.
5.2.4
Het watercircuit tegen vorst beschermen
Over vorstbeveiliging
Vorst kan het systeem beschadigen. Om de onderdelen van het
hydraulische circuit tegen vorst te beschermen, bevat de software
speciale vorstbeveiligingsfuncties zoals de vorstbeveiliging van de
waterleidingen en afvoerpreventie (zie uitgebreide handleiding voor
de installateur) waaronder het inschakelen van de pomp bij lage
temperaturen.
In het geval van een stroomstoring kunnen deze beveiligingsfuncties
echter niet worden uitgevoerd.
Doe een van de volgende acties om het watercircuit te beveiligen
tegen bevriezing:
▪ Voeg glycol toe aan het water. Glycol verlaagt het vriespunt van
het water.
▪ Installeer
vorstbeveiligingskleppen.
voeren het water af van het systeem voordat het kan bevriezen.
Isoleer de vorstbeveiligingskleppen op dezelfde manier als de
waterleidingen, maar isoleer de ingang en de uitgang (afvoer) van
deze kleppen NIET.
OPMERKING
Als u glycol toevoegt aan het water, installeer dan GEEN
vorstbeveiligingskleppen. Mogelijk gevolg: Lekkage van
glycol uit de vorstbeveiligingskleppen.
Vorstbeveiliging door middel van glycol
Over vorstbeveiliging door middel van glycol
Door glycol aan het water toe te voegen, wordt het vriespunt van het
water verlaagd.
van
het
systeem
is
bereikt
Vorstbeveiligingskleppen
ETSH/X(B)12P30+50EF
Daikin Altherma 3 H MT ECH₂O
4P663479-1 – 2021.07