5
Onderhoud en verzorging
Intervallen
Intervallen
Ter bescherming van personen, milieu en materiaal bent u verplicht om de rotor regelmatig schoon te
maken en indien nodig te ontsmetten.
Onderhoud
Rotorkamer reinigen
Rotor reinigen
Toebehoren
Reiniging
Bij het schoonmaken van rotor en toebehoren het volgende in acht nemen:
• Gebruik warm water met wat neutraal oplosmiddel.
• Gebruiker in geen geval agressieve detergenten zoals zeepoplossing, fosforzuur, bleekmiddelen of
schuurpoeder.
• Spoel de boringen goed uit.
• Verwijder de aanklevende restanten met een zachte borstel zonder metalen haren.
• Spoel na met gedistilleerd water.
• Bewaar de rotoren met de boringen naar onderen op een kunststoffen rooster.
• Het drogen in een droogkast is alleen toegestaan bij temperaturen van 50 °C, omdat hogere
temperaturen het materiaal beschadigen en de levensduur verkorten.
• Gebruik alleen desinfecterende middelen met een pH-waarde van 6-8.
• Droog de aluminium onderdelen met een zachte doek.
• Wrijf de aluminium onderdelen na het reinigen met een zachte doek volledig in met
anticorrosie-olie (70009824). Vergeet de boringen niet.
• Bewaar de aluminium onderdelen bij kamertemperatuur of in een koelruimte met de boringen
naar onderen.
Om rotor en toebehoren te reinigen, gaat u als volgt te werk:
5-2
Microliter 24 x 2 ml
VOORZICHTIG Voordat u een andere reinigings- of ontsmettingsprocedure toepast dan
deze die Thermo Fisher Scientific aanbevolen is, moet u bij Thermo Fisher Scientific eerst
nagaan of u met de gewenste procedure de uitrusting niet beschadigt.
Gebruik uitsluitend toegestane reinigingsmiddelen.
In geval van twijfel neemt u contact op met Thermo Fisher Scientific.
VOORZICHTIG Alvorens een reinigings- en ontsmettingsprocedure te volgen die afwijkt
van deze van de fabrikant, moet de gebruiker bij de fabrikant nagaan of de beoogde
procedure de uitrusting niet beschadigd.
Aanbevolen frequentie
Dagelijks resp. na verontreiniging
Dagelijks resp. na verontreiniging
Dagelijks resp. na verontreiniging
Thermo Scientific