NL
6. Ingebruikname
6.1 Functionele test
B Vergewis u ervan dat de kamertemperatuur tussen de +15 °C en +25 °C ligt.
1. Stel het te testen product in op vorstbescherming.
2. Stel het te testen product in op +30°C.
- De rode LED op het product gaat branden.
- Na uiterlijk één minuut gaat de gele LED branden op de aansluitmodule waarmee het product is verbonden.
3. Controleer of het te testen product is verbonden met het juiste regelsysteem.
4. Herhaal deze stappen voor alle andere producten.
Betrieb
7. In gebruik
Betrieb
7.1 Overzicht van de LED-signalen
Übersicht der LED-Signale
A
A
Raumtemperatur einstellen
7.2 Kamertemperatuur instellen
Afbeelding 1: Ingestelde kamertemperatuur (voorbeeld +21 °C)
Abbildung 1: Eingestellte Raumtemperatur (beispielsweise +21 °C)
Betrieb
A. LED
A. LED
- Leuchtet rot:
- Leuchtet rot:
Während des Heizvor-
Während des Heizvor-
gangs
gangs
- Leuchtet blau:
- Leuchtet blau:
Während des Kühlvor-
Während des Kühlvor-
gangs
gangs
- Leuchtet nicht:
- Leuchtet nicht:
Die Solltemperatur ist
Die Solltemperatur ist
erreicht
erreicht
1. Stellen Sie die
1. Stellen Sie die
gewünschte Temperatur
gewünschte Temperatur
am Produkt ein.
am Produkt ein.
- Ohne Temperaturabsen-
- Ohne Temperaturabsen-
kung: Die Raumtempe-
kung: Die Raumtempe-
ratur wird auf den einge-
ratur wird auf den einge-
stellten Wert geregelt
stellten Wert geregelt
- Mit Temperaturabsen-
- Mit Temperaturabsen-
kung: Die Raumtempe-
kung: Die Raumtempe-
ratur wird 4 K geringer
ratur wird 4 K geringer
als den eingestellten
als den eingestellten
Wert geregelt
Wert geregelt
BTER/BW
DE
DE
A. LED
- Brandt rood: Tijdens verwarmen
- Brandt blauw: Tijdens koelen
- Brandt niet: De gewenste temperatuur is bereikt
1. Stel de gewenste temperatuur op het product in.
- Zonder temperatuurverlaging: de kamertemperatuur wordt
geregeld op de ingestelde waarde
- Met temperatuurverlaging: de kamertemperatuur wordt 4 K lager
geregeld dan de ingestelde waarde
18
18
BTER/BW
11