Basisfuncties gebruiken
Basis operatie
ATTENTIE! Controleer voor gebruik of het
apparaat is aangesloten en of er stroom is.
Koele modus
1. Druk op de MODE-knop om de COOL-modus
te selecteren.
2. Stel de gewenste temperatuur in met de TEMP
of TEMP
knop.
3. Druk op de FAN-knop om de ventilatorsnelheid
binnen een bereik van AU-100% te selecteren.
4. Druk op de AAN/UIT-knop om het apparaat te
starten.
TEMPERATUUR INSTELLEN
Het bedrijfstemperatuurbereik voor units is 16-
30 °C (60-86 °F)/20-28 °C (68-82 °F).
U kunt de ingestelde temperatuur in stappen
van 1 °C (1 °F) verhogen of verlagen.
AUTO modus
In de AUTO-modus selecteert het apparaat
automatisch de functie KOELEN, VENTILATOR,
VERWARMEN of DROGEN op basis van de
ingestelde temperatuur.
1. Druk op de MODE-knop om AUTO te
selecteren.
2. Stel de gewenste temperatuur in met de TEMP
of TEMP
3. Druk op de AAN/UIT-knop om het apparaat te
starten.
NOTITIE: FAN SPEED kan niet worden
ingesteld in de AUTO-modus.
07
knop.