4.2.
Gebruik van de aftakaspomp
Houd u aan het voorgeschreven maximale toerental van de aftakaspomp volgens de technische
gegevens.
LET OP: De aftakaspomp mag alleen worden gebruikt wanneer er geen personen in de
gebruikszone van de pomp en van bewegende onderdelen zijn.
LET OP: Raak nooit de componenten van de pomp of borgketting aan als de aandrijving
wordt gestart of als de machine loopt. Dit kan tot ernstig tot dodelijk letsel leiden.
Dompel voor inbedrijfstelling het uiteinde van de zuigslang met het filtervoorzetstuk in de
vloeistof. Let er hierbij op dat het gemonteerde filter minstens 25 cm onder het oppervlak
zit. Vul de aanzuigslang van de pomp volledig tot aan de aanzuigingang van de pomp met
het te verpompen medium. Hiervoor kunt u een veerbelaste voetklep gebruiken.
Let er tijdens het bedrijf op dat het filter met de zuigslangopening altijd onder het oppervlak zit.
BELANGRIJK: Leeglopen en drooglopen kan leiden tot ernstige schade aan de
aftakaspomp.
Nu kunt u de krachtoverdracht vanaf de aftakas starten. Let er op dat u de krachtoverdracht
langzaam inleidt en dan stapsgewijs tot aan het gewenste toerental opvoert.
BELANGRIJK: Schoksgewijs of snel opvoeren van de krachtoverdracht kan leiden tot
schade aan de aftakaspomp, de ketting en het verankeringspunt van het voertuig.
LET OP: De drukslang mag nooit tijdens bedrijf gesloten worden. De verhoogde druk
binnenin leidt dan tot ernstige schade, overbelasting en ongecontroleerde bedrijfstoestanden
van de aftakaspomp en slangen. Niet-naleven leidt tot zware schade aan voorwerpen en
persoonlijk letsel.
4.3. Uitschakelen van de aftakaspomp
Verminder de krachtoverdracht met de aftakas langzaam en gelijkmatig tot het minimale
toerental van de tractor is bereikt. Schakel dan de aftakasaandrijving uit.
BELANGRIJK: Schoksgewijze of snelle wijzigingen in de krachtoverdracht kunnen leiden tot
schade aan de aftakaspomp, de ketting en het verankeringspunt van het voertuig.
10