3. Gebruik
3.1. Plaatsing
Houd rekening met onderstaande punten voor een optimale werking
van het apparaat:
Plaats het apparaat liefst op ademhoogte en zoveel mogelijk in
midden van de ruimte, bijvoorbeeld boven op een kast of dressoir.
Obstakels kunnen de luchtstroom van het apparaat verstoren. Zorg
daarom voor minimaal 30 cm vrij ruimte bij de lucht aanzuig- en
uitblaasopening.
30 cm
vrije
ruimte
Zorg ervoor dat de kant waar de gereinigde lucht het apparaat
verlaat niet te dicht in de buurt staat van een open deur. Sluit
de deuren en ramen van de ruimte voor de meest optimale
reinigingsefficiëntie, mits de ruimte dan nog genoeg geventileerd
blijft.
Langs de lange zijden van het apparaat mogen wel objecten
geplaatst worden zoals bijvoorbeeld een vaas met bloemen, dit
heeft geen invloed op de werking.
3.2. Eerste gebruik
Controleer voor het eerste gebruik of er collectoren geplaatst zijn
zie hoofdstuk 4.1.3.
Tijdens gebruik zullen de collectoren regelmatig moeten worden
vervangen voor een optimale reiniging efficiëntie.
3.3. Inschakelen luchtreiniger
1. Steek de stekker in een wandcontactdoos met randaarde.
2. Zet de hoofdschakelaar op stand 1. De schakelaar brandt en het
apparaat werkt op de ingestelde ventilatorstand.
3.4. Aanpassen ventilatiestand
Wanneer het apparaat aan staat, kunt u kiezen tussen twee
ventilatiestanden. Zet de schakelaar in stand 1 (laag) voor normaal
gebruik. Is de ruimte sterk verontreinigd gebruik dan stand 2 (hoog).
|
10
3.5. LED lamp aan/uitschakelen
U kunt het LED licht aan en uitschakelen door de LED schakelaar
om te zetten. Het kan een moment duren voordat u het LED licht
ziet reageren.
30 cm
vrije
ruimte