Inspectie voor gebruik
WAARSCHUWING
Voor het reduceren van de kans op ernstig letsel door
een elektrische schok of andere oorzaken, en voor
het voorkomen van schade aan uw apparatuur, moet
u alle apparatuur inspecteren en alle problemen corri-
geren voorafgaand aan elk gebruik.
Volg de volgende stappen voor het inspecteren van alle
apparatuur:
1. Zet uw apparatuur uit.
2. Koppel alle snoeren, kabels en aansluitingen los en
inspecteer ze op schade of oneffenheden.
3. Verwijder vuil, olie of andere viezigheid van uw appa-
ratuur, zodat deze beter geïnspecteerd kan worden
en om te vermijden dat het apparaat uit uw handen
glipt tijdens vervoer of tijdens gebruik.
4. Inspecteer uw apparatuur op defecte, versleten, ont-
brekende, verkeerd afgestelde of samengekleefde
onderdelen, of op andere problemen die veilig of nor-
maal gebruik verhinderen.
5. Inspecteer alle andere apparatuur die wordt gebruikt
volgens de instructies om ervoor te zorgen dat het in
een goede en bruikbare staat verkeert.
6. Controleer de werkplek op de volgende zaken:
• Adequate verlichting.
• De aanwezigheid van brandbare vloeistoffen,
dampen of stof dat kan ontvlammen. Ga niet aan
het werk op deze plek voordat deze zijn geïden-
tificeerd en verwijderd. De apparatuur is niet ex-
plosiebestendig. Elektrische aansluitingen kun-
nen vonken veroorzaken.
• Een goed zichtbare, horizontale, stabiele en
droge plek voor de operator. Gebruik het appa-
raat niet als u in water staat.
7. Onderzoek het uit te voeren project en bepaal de
juiste apparatuur voor de taak.
8. Observeer het werkgebied en stel indien nodig barri-
ères op om omstanders weg te houden.
Zie aanvullende productspecifieke veiligheidsinfor-
matie en waarschuwingen vanaf pagina 10.
6 – Nederlands – CS6xPak