5
Led-indicatoren
De werkelijke debietstatus wordt als
volgt via de leds weergegeven:
Led 1
Debiet
Instelling
OFF
AFWEZIG
ON
Instelling 1
(Laag)
ON
Instelling 2
(Medium)
ON
Instelling 3
(Hoog)
x
Boost
1
x
ON of OFF volgens de debietinstelling die voor het
1
starten van de boost actief was.
■ AUTO-indicator aan:
ventilatie in AUTO-modus;
■ MANUEEL-indicator aan:
ventilatie in MANUELE modus;
■ AUTO-indicator aan en
MANUEEL-indicator knippert
langzaam:
Een handmatige debietaanpas-
sing is actief en deze wordt door
de volgende geprogrammeerde
tijdprogrammastap onderdrukt.
Als geen tijdprogramma is inge-
steld, blijven de aanpassingen
gedurende twee uur actief.
Als de in het TOESTEL geïntegreerde
sensor ventilatie of een externe
sensor een hoger debiet vereist
dan het handmatig of via het
ventilatietijdprogramma ingestelde
debiet, knippert de volgende hogere led
zeer langzaam.
Led 2
Led 3
OFF
OFF
OFF
OFF
ON
OFF
ON
ON
x
knippert
1
langzaam
6
Helderheid van
de leds
De helderheid van de led-indicatoren kan
in 6 verschillende helderheidsniveaus
worden afgesteld, inclusief 'off'. Deze
instelling is
gelijk voor alle led-indicatoren. De
helderheid van de leds afstellen:
1. Druk op de knop MODUS en houd
deze ingedrukt.
2. Stel met de + en - het
helderheidsniveau van de leds af.
3. Druk op MODUS om te bevestigen
of
Druk op MODUS en houd deze
ingedrukt om de handeling te
annuleren.
Als gedurende 10 seconden geen knop
wordt ingedrukt, wordt een eventuele
afstelling geannuleerd. Het TOESTEL
keert naar de normale bedieningsmodus
terug.
7
Filterstatus
De filterstatus wordt weergegeven door
de filter-led:
■ UIT: Filter OK / Geen storing;
■ KNIPPERT: Een nieuwe filter
moet worden besteld;
■ AAN: De filter moet worden
vervangen.
7