Wanneer ongeveer 80% van de
accucapaciteit is bereikt, gaat het groene
80 %
indicatielampje voor het opladen van de
accu langzamer knipperen . Het snelle
oplaadproces is nu voltooid . Als de accu op
de oplader blijft aangesloten, wordt het oplaadproces in
de oplaadmodus Lang leven voltooid .
Continu brandend groen indicatielampje voor het
opladen van de accu 2
Het continu branden van het groene
indicatielampje voor het opladen van de
accu 2 duidt aan dat de accu volledig is
opgeladen .
Daarna kan de accu voor onmiddellijk gebruik worden
verwijderd . Wanneer de accu niet is geplaatst, betekent
het continu branden van het indicatielampje voor het
opladen van de accu 2 dat de stekker in het stopcontact
is gestoken en dat de acculader klaar is voor gebruik .
Continu brandend rood indicatielampje voor het opladen
van de accu 3
Het continu branden van het rode
indicatielampje voor het opladen van de
accu 3 geeft aan dat de temperatuur van de
accu zich buiten het toegestane
oplaadtemperatuurbereik bevindt (zie het
gedeelte "Technische gegevens") .
Het oplaadproces begint zodra het toegelaten
temperatuurbereik is bereikt .
Knipperend rood indicatielampje voor het opladen van
de accu 3
Een knipperend rood indicatielampje voor
het opladen van de accu 3 betekent een
andere storing in de oplaadprocedure, zie
het gedeelte "Problemen oplossen –
oorzaken en corrigerende maatregelen" .
Aanduidingen op 36 V-accu's
Tijdens de oplaadprocedure gaan de drie groene
indicatielampjes voor de oplaadregeling 5 van de accu
een voor een branden en gaan dan uit . De accu is volledig
opgeladen wanneer de drie groene indicatielampjes
doorlopend branden . Ongeveer 5 minuten nadat de
accu volledig is opgeladen, gaan de drie groene
indicatielampjes weer uit .
Wanneer het rode indicatielampje voor de
temperatuurregeling 6 gaat branden wanneer de accu
op de oplader wordt aangesloten, valt de temperatuur
van de accu niet binnen het oplaadtemperatuurbereik
(zie het gedeelte "Technische gegevens") . De accu
kan pas worden opgeladen als het toelaatbare
bedrijfstemperatuurbereik is bereikt .
Problemen oplossen – oorzaken en corrigerende
maatregelen
Oorzaak
Knipperend rood indicatielampje voor het opladen van
de accu 3
Geen oplaadprocedure mogelijk
Accu niet (goed)
aangesloten
Contactpunten van de
accu verontreinigd
Accupakket defect
De indicatielampjes 2 of 3 voor het opladen van de
accu gaan niet branden
De stekker van de
acculader is niet (goed) in
het stopcontact gestoken
Stekker, netsnoer of
acculader defect
Werkadvies
Met doorlopende of meerdere herhalende oplaadcycli
zonder onderbreking kan de oplader warm worden . Dit
heeft geen betekenis en duidt geen technisch defect van
de acculader aan .
Een aanzienlijk kortere bedrijfsperiode na het opladen
duidt aan dat de accu verbruikt is en moet worden
vervangen .
Nederlands | 29
Corrigerende maatregel
Sluit de accu goed op de
acculader aan
Reinig de contactpunten
van de accu (d .w .z . door
de accu meerdere keren
aan te sluiten en te
verwijderen) of vervang
de accu
Vervang de accu
Steek de stekker (volledig)
in het stopcontact
Controleer het stopcontact;
laat de acculader door
een bevoegde naverkoop-
servicevertegenwoordiger
voor Honda Power Tools
nakijken