13
Indicator batterij bijna leeg
Data hold
14
Wisselstroom (AC)
Gelijkstroom (DC)
AC + DC
Aandrijving met variabele
frequentie
15
Negatieve meting
16
Relatieve nul is actief
17
Modus nauwkeurige
laagspanningsmeting
18
kΩ: KiloOhm
Hz: Hertz
19
μF: microfarad
μA: microamp
A: amp
V: volt
20
Motorrotatie-indicator
Faserotatie-indicator
SYMBOLEN
Toepassing en verwijdering van gevaarlijke stroomgeleiders
toegestaan
Let op! Risico op elektrische schok.
W
Let op! Zie de uitleg in deze handleiding.
T
De apparatuur is beschermd door dubbele of versterkte isolatie.
J
Aarde (massa).
Overspanningscategorie lll is voor apparatuur die bedoeld is
om deel uit te maken van de bedradingsinstallatie van een
CAT III
gebouw. Dergelijke apparatuur omvat wandcontactdozen,
zekeringkasten en sommige besturingsapparatuur voor de
netstroominstallatie.
B
Wisselstroom (AC)
F
Gelijkstroom (DC)
25
24 23 22
13
14
15
16
17
21
18
21
(inschakelstroom) is actief
22
Continuïteitszoemer is
actief
23
Diodetestmodus is actief
24
Opnamemodus is actief
MAX: MAX-modus is actief
MIN: MIN-modus is actief
AVG: AVG-modus is actief
25
instellen
3
20
19
PEAK-RMS-modus
Automatisch bereik