Inhoudsopgave
Advertenties
4. Service menu
4. Bediening van het servicemenu
Om het servicemenu te openen, druk gelijktijdig de camera selectie
toets(1) de min(6), en de plus(7) toets in, zie figuur 13. Het scherm (zie
figuur (14) zal zichtbaar worden. De volgende toetsen worden gebruikt
om door de menu's te navigeren:
5 - Optie/vorige menu: Keer terug naar het vorige menu
6 - Min: Ga naar de volgende menuoptie
7 - Plus: Ga naar de vorige menuoptie
8 - Enter toets: Selecteer of activeer de gekozen optie.
4.1. Camera-instellingen
Selecteer Camera-instellingen. Druk op enter om het menu 'Camera-
instellingen' te activeren. Gebruik de toetsen min(6) en plus(7) om de
te configureren camera te selecteren, bevestig vervolgens met de enter
toets(8). De gele cursor springt nu 'aan' in de lijst van items. Selecteer
met de toetsen min(6) en plus(7) het in te stellen item en bevestig
daarna met de enter toets. Als de keuze een aan/uit schakelaar is dan
kunt u tussen aan en uit kiezen. Als de keuze een getal is dan kunt u
de waarde met de toetsen min(6) en plus(7) wijzigen. Sla de nieuwe
gegevens op door de enter(8) toets in te drukken.
4.1.1. Spiegel
Activeer deze keuze om het beeld te spiegelen (links/ rechts).
4.1.2. Omgekeerd
Deze optie keert het beeld om (ondersteboven).
4.1.3. Helderheid
Instelling voor de helderheid van het beeldscherm. Voor directe toetsbe-
diening: Toets 4.
4.1.4. Contrast
Instelling voor het contrast op het beeldscherm. Voor directe toetsbedie-
ning: Toets 3.
4.1.5. Kleurverzadiging
Instelling voor de kleur verzadiging van het camerabeeld. Voor directe
toetsbediening: Toets 3+4.
4.1.6 Schakelvertraging
Activeer deze keuze als de stuurdraad door een onderbroken signaal
wordt aangestuurd, bv. een richtingaanwijzer.
4.1.7. Horizontale markeerlijn
Activeer deze optie om een referentielijn te tonen. De referentielijn
verschijnt als een horizontale groene lijn. Zie figuur 40, pagina 20.
4.1.8. Lijn positie
Regelt de verticale hoogte van de referentielijn. 0 correspondeert met de
bovenkant van het scherm en 100 met de onderkant.
12
1
Toets
5
Toets
objects in
objects in
C3
C3
monitor are
monitor are
C2
C2
closer than
closer than
C1
C1
they appear
they appear
Toetsen 1
2 3 4 5 6 7 8
Toetsen
Toets
Toetsen
Figuur 13
Toets
Figuur 14
Toetsen
Figuur15
Figuur 16
6 + 7
1
6 + 7
1
5,6,7,8
2
Toets
Toets
UM0972094 A 02
3
Advertenties
Inhoudsopgave
