3.5 De stand van het stuur
Het stuur is in hoogte en hoek in te stellen door middel van een inbussleutel (gr.5) aan het
stuur (6a en 6b). De handvatten zullen voor beide berijders makkelijk bereikbaar moeten zijn.
Men moet hierbij opletten dat het stuur niet tegen de knieën komt, ook niet in de bocht.
Allebei de sturen zijn recht te zetten, Dit doe je door inbusbout (6a) los te draaien,
het voorwiel vast te houden of vast te klemmen, als het stuur rechtstaat bout weer vastdraaien.
Alle bouten en moeren goed vast zetten !!!
3.5.1 Het instellen van het stuur
De stuurinstelling hangt af van de lichaamsmaten
en beperkingen van de berijder.
De handvatten zullen in het algemeen op de hoogte van de taille van de berijder zitten. Voor
verbetering van de balans moeten de handvatten zo ver mogelijk naar voren worden gesteld,
zonder dat dit tot een ongunstige zitpositie leidt.
De horizontale verstelling van het stuur is mogelijk na het los draaien van de inbusbout voor
onder de stuuruitbouw.
Aandraaien van de bout niet vergeten!
3.6 De wielen
Het wiel is het belangrijkste fietsonderdeel dat verantwoordelijk is voor een lichte loop en
een hoog fietscomfort. Daarbij zijn vele zaken van belang, zoals goed opgepompte banden,
strak gespannen spaken en een lichte spelingsvrije loop.
3.6.1 Spanning en ventiel
Bij de meeste banden geldt dat de juiste bandenspanning is bereikt als u met de duim de
band nog net iets in kunt drukken.
Als uw banden te zacht zijn zullen ze sneller slijten, terwijl u op harde banden veel prettiger
fietst en uw tandem beter reageert op de rem en stuurbewegingen.
Voor dat u met de COPILOT gaat
rijden, let erop dat alle instellingen
kloppen.
Let erop dat alle moeren en bouten
goed vastgezet zijn. Stuur en zadel
dienen goed vast te zitten.
8