Bepaalde bestanddelen van producten, zoals hierboven
vermeld, zijn vrijgesteld onder de Annex III van de RoHS2-
richtlijnen zoals hieronder omschreven. Voorbeelden van
vrijgestelde elementen zijn:
• Kwik in fluorescentielampen met koude kathode (CCFL) en
fluorescentielampen met externe elektrode (CCFL en EEFL)
voor speciale doeleinden die niet hoger zijn dan (per lamp):
ͫ Korte lengte (≦ 500 mm): maximum 3,5 mg per lamp.
ͫ Gemiddelde lengte (> 500 mm en ≦ 1.500 mm): maximum
5 mg per lamp.
ͫ Lange lengte (> 1.500 mm): maximum 13 mg per lamp.
• Lood in glas van kathodestraalbuizen.
• Lood in glas van TL-lampen van niet meer dan 0,2% lood per
gewicht bevat.
• Lood als een legeringselement in aluminium dat max. 0,4% lood
per gewicht bevat.
• Koperlegering die maximum 4% lood per gewicht bevat.
• Lood in soldeerapparaten met hoge smelttemperatuur (d.w.z.
op lood gebaseerde legeringen die voor 85% of meer van het
gewicht lood bevatten).
Elektrische en elektronische componenten die ander lood in glas of
keramiek beat dan diëlektrische keramiek in condensatoren,
bijv. piëzoelektronische apparaten of in glas of composiet met
keramische matrix.
34