Snelstartgids
Figuur 5-1: Buisklemsensorconstructie in directe montageconfiguratie
•
De constructie mag niet in de buurt van dynamische externe
temperatuurbronnen zoals een ketel of verwarming worden
geïnstalleerd.
•
De buisklemsensor maakt rechtstreeks contact met het
leidingoppervlak. Ophoping van vocht tussen de sensor en het
leidingoppervlak of de ophanging van de sensor in de constructie kan
onnauwkeurige berekeningen van de procestemperatuur veroorzaken.
Zie
Buisklemsensor installeren
van de sensor met het leidingoppervlak.
•
Om warmteverlies te voorkomen, moeten de sensorklemconstructie en
het sensorverlengstuk tot aan de transmitterkop worden geïsoleerd
(minimale dikte van ½ inch met R-waarde van > 0,42 m
aan beide zijden van de buisklemsensor ten minste zes inch
isolatiemateriaal aan. Zorg dat er zo min mogelijk ruimte is tussen het
isolatiemateriaal en de leiding. Zie
14
voor meer informatie over goed contact
Figuur 5-2
voor meer informatie.
Februari 2020
2
× K/W). Breng
Emerson.com/Rosemount