Hoofdstuk 3
Aansluitingen
Het product gebruiken
Controlepunten voordat u een apparaat
aansluit
Sluit het netsnoer niet aan totdat alle aansluitingen zijn voltooid. Wanneer u het netsnoer
aansluit tijden het aansluiten, kan het product beschadigd raken.
LAN-verbinding
LAN
1. Via de [LAN]-poort achter op het product en een LAN-kabel verbindt u het product met
een LAN.
OPMERKING
Gebruik een categorie 5- of 6-kabel (STP-type*) voor de verbinding. (*Shielded Twisted Pair)
Een USB-apparaat aansluiten
USB3.0 USB2.0
1. Op USB achter op het product sluit een USB-apparaat aan, zoals een toetsenbord, muis of
luidspreker.
OPMERKING
Om bronapparaten sneller te detecteren en te starten sluit u het apparaat aan op de blauwe USB 3.0-poort
van het product.
19