Bereik relatieve
luchtvochtigheid
Toestel toepeaasen tot een hoogte van 2000 m
Installatie
De ventilatie-unit plaatsen
b
Bevestig de ventilatie-unit, bij voorkeur in een gesloten
ruimte, met de juiste schroeven en de montagegaten (1)
aan een wand of plafond/vloer met voldoende
draagvermogen (> 200 kg/m
De ventilatie-unit is voorzien van vijf luchtaansluitingen:
één uitblaastuit (a) voor de afvoer van lucht naar buiten
5-90% (niet condenserend)
b
a
1
b
b
2
).
en vier tuiten (b) om de afvoerlucht uit de woning aan te
zuigen.
a)
Sluit de uitblaastuit (a) (1, diameter 124 mm) aan op
het afvoerkanaal / dakdoorvoer naar buiten.
b)
Sluit de aanzuigtuiten (b) (1-4, diameter 124 mm) aan
op de kanalen die naar de af te zuigen ruimten
leiden.
c)
Sluit ongebruikte tuiten op de unit af met de
meegeleverde doppen.
ä
Waarschuwing!
Bij gebruik van de unit in gestapelde bouw dient een
mechanische terugslagklep in het uitblaaskanaal te
worden gemonteerd om terugstroom vanuit het
centrale kanaal te voorkomen.
5