Verwijder bij het vervangen van de batterijen altijd de batte-
rijen in zowel het basisstation als de sensor en plaats deze
in de juiste volgorde terug. Zo kan de radioverbinding weer
tot stand komen. Als een van de twee apparaten via een ne-
taansluiting wordt bediend, moet bij het vervangen van de
batterijen ook de netaansluiting voor dit apparaat even wor-
den losgekoppeld. Als bijvoorbeeld alleen de batterijen in
de sensor worden vervangen, kan het signaal niet of niet
meer correct worden ontvangen.
Opmerking: Het reële bereik is afhankelijk van de bouwma-
terialen van de gebouwen en van de positie van het basis-
station en de buitensensor. Externe invloeden (verschillende
radiozenders en andere storingsbronnen) kunnen het mo-
gelijke bereik sterk beperken. In dergelijke gevallen raden
wij aan om andere locaties te vinden voor zowel de basis-
eenheid als de buitensensor. Soms is het voldoende om de
sensor slechts enkele centimeters te verplaatsen!
8 Instellen van de stroomvoorziening
Basiseenheid
1.
Verwijder de deksel van het batterijcompartiment.
2.
Plaats de batterijen in het batterijcompartiment. Zorg
ervoor dat de batterijen correct zijn uitgelijnd (+/-).
3.
Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.
4.
Wacht tot de binnentemperatuur op het basiseenheid
wordt weergegeven.
Draadloze sensor
5.
Verwijder de deksel van het batterijcompartiment.
6.
Verplaats de schuifregelaar CH naar de positie voor het
gewenste zendkanaal (instelling CH1, CH2 of CH3 met
schermweergave).
7.
Plaats de batterijen in het batterijcompartiment. Zorg
ervoor dat de batterijen correct zijn uitgelijnd (+/-).
8.
Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.
13 / 24