TP1200
INFRAROOD TEMPERATUUR METER, -50...+800°C
_____________________________________________________________________________________________
5.5 Meetprocedure
1. Houd de meter vast bij het handvat en richt het naar het oppervlak dat gemeten dient te
worden.
2. Druk op de trigger en houd deze vast om de meter aan te zetten en het testen te beginnen. Het
display zal oplichten als de batterij in orde is. Vervang de batterij als het display niet oplicht.
3. Laat de trigger los en het HOLD-icoon zal verschijnen op het LCD scherm om aan te geven dat
de meting vastgehouden wordt. In de HOLD-status, druk op de OMHOOG-toets om de laser aan of
uit te zetten. Druk op de OMLAAG-toets om het achtergrondlicht aan of uit te zetten.
4. De meter zal automatisch uitschakelen na ca. 7 seconden nadat de trigger is losgelaten. (Tenzij
LOCK is aangezet).
5.6 Afstand & meetspot
Zodra de afstand (D) vanaf een object vergroot wordt, zal de meetspot (S) van het te meten
gedeelte groter worden. De verhouding tussen afstand en meetspot wordt hieronder
weergegeven.
Fig. 1
5.7 Overwegingen bij het meten
Houd de meter vast bij het handvat, richt de IR sensor naar het object waar de temperatuur van
gemeten dient te worden. De meter compenseert automatisch temperatuur afwijkingen van de
omgevingstemperatuur.
Houd rekening met een aanpassingstijd van 30 minuten bij uiteenlopende
omgevingstemperaturen. (Wanneer er van hoge temperatuurmetingen naar lage
temperatuurmetingen wordt geschakeld). Dit heeft te maken met het afkoelproces van de IR
sensor.
6