•
Gebruiker gaat eerst op normale wijze de parameters aanpassen via "Wijzigen"
en "Akkoord". Als er geen LevelLog is aangesloten of men besluit de parameters
niet naar de aangesloten LevelLog te sturen, dan krijgen de instellingen de status
"gedefinieerd".
•
Via de functietoets "Remote" kan men aangeven of de nieuw ingestelde
parameters via dataserver naar LevelLog gestuurd moeten worden. Bij positieve
reactie zal dit worden vastgelegd (remote status = defined) en de gebruiker kan
verder met andere functies.
•
Daarna de LevelLog applicatie met de dataserver gaan synchroniseren (remote
status = set). Bij een eerste volgende contact met de LevelLog zullen de
instellingen via GPRS worden verstuurd (remote status = done).
In de LevelLog applicatie bij Meetgegevens:
•
Via de functietoets "Remote" kan men aangeven of het gehele databuffer moet
worden uitgelezen en vrijgegeven. Bij positieve reactie zal dit worden vastgelegd
(status = defined) en gebruiker kan verder met andere functies.
•
Daarna de LevelLog applicatie met de dataserver gaan synchroniseren (remote
status = set). Bij een eerste volgende contact met de LevelLog zal de opdracht via
GPRS worden verstuurd (remote status = done).
In de LevelLog applicatie bij de download mogelijkheden voor de LevelLog SW versie en de
GPRS SW versie:
•
Via de functietoets "Remote" kan men aangeven of de geselecteerde Software
versie via de dataserver in de LevelLog moet worden geladen. Bij positieve reactie
zal dit worden vastgelegd (status = defined) en gebruiker kan verder met andere
functies.
•
Daarna de LevelLog applicatie met de dataserver gaan synchroniseren (remote
status = set). Bij een eerste volgende contact met de LevelLog zal de opdracht via
GPRS worden uitgevoerd (remote status = done).
2.4. Beheer
Toegang tot de beheerfuncties via selectie van "beheer" in de headerbalk.
De LevelLog applicatie kent de volgende beheerfuncties:
•
Gebruikers beheer: Om gebruikers te definiëren en deze gebruiksrechten te geven
•
Software beheer: Om software voor de LevelLog te beheren en beschikbaar te
stellen
50
•
Transfer databestand: Om (delen) van het databestand te importeren of exporteren
•
Datavergelijk: Om meetgegevens van meerdere peilbuizen met elkaar te
vergelijken
•
Server synchronisatie: Om (delen) van databestand met een data server te
synchroniseren
Selectie van een functie via kolom 1 - boven. Daarna vervolg mogelijkheden via kolom 1 -
midden. Door hernieuwde selectie van geselecteerde functie in kolom 1 - boven krijgt men
weer toegang tot de andere beheerfuncties.
2.4.1. Gebruikers beheer
Beheerfunctie om gebruikers te definiëren en deze gebruiksrechten te geven.
Mogelijkheden om eerder opgegeven informatie te wijzigen, gebruikers toe te voegen of te
verwijderen.
Via kolom 1 - midden kan men selecteren:
•
Een van de reeds gedefinieerde gebruikers
•
Het definiëren van een nieuwe gebruiker
Na selectie van een gebruiker toont kolom 2 de reeds beschikbare gebruiker informatie van
die gebruiker. Via selectie van een item in kolom 2 krijgt men nadere informatie in kolom
3 te zien en kan van sommige items de inhoud worden gewijzigd. Informatie over "Laatste
update" (gebruiker + datum/tijd) wordt automatisch ingevuld.
Invoeren van een nieuwe gebruiker kan via selectie van "+Gebruiker". Er start via kolom 3
een invulcyclus die kan worden afgebroken. Een gebruiker is gedefinieerd indien "Naam",
"Gebruiksrechten", "Gebruikersnaam" en "Wachtwoord" zijn ingevuld. Daarna kan men apart
de "Contactinfo" en "Omschrijving" invullen en "Gebieden" aan de gebruiker koppelen.
Alleen met een juiste combinatie van "Gebruikersnaam" en "Wachtwoord" krijgt een
gebruiker toegang tot de LevelLog Applicatie. Een "Wachtwoord" wordt niet getoond.
Indien men een wachtwoord is vergeten dan zal er via de beheerder een nieuw
"Wachtwoord" ingevuld moeten worden.
Een gebruiker kan men aan geen, een of meerdere gebieden koppelen. Een gebruiker
die niet aan een bepaald gebied is gekoppeld heeft geen informatie over, en toegang tot
peilbuizen in dat gebied.
51