Waarschuwings- en veiligheidsuitrusting
Controleer voordat u de TRIKE gebruikt of alle waarschuwings- en veiligheidsuitrusting zoals
de claxon en de bevestiging van de stuurhendel correct werken.
Gevarenzone
Voor, maar ook tijdens het gebruik van de TRIKE, mogen er geen personen of goederen in
de gevarenzone bevinden. Als er een risico is, moet de bestuurder tijdig waarschuwen. Als
de gevaarlijke situatie niet is opgelost, moet de bestuurder de TRIKE onmiddellijk stoppen.
De gevarenzone is het gebied waarin personen het risico lopen zichzelf letsel toe te brengen
door de beweging van de TRIKE en / of de lading. De zone omvat ook het gebied dat kan
worden bereikt door vallende lading.
Noodknop (
Afbeelding 5.3 )
Controleer de noodknop voordat u gaat rijden. De noodknop bevindt zich op de stuurhendel.
Als u op de noodknop drukt, stopt de TRIKE en is het onmogelijk om verder te rijden. Start
de TRIKE opnieuw om de noodstop te annuleren.
( zie AAN / UITZETTEN )
Afbeelding 5.3 – noodknop
Noodstop (
Afbeelding 5.4 )
Indrukken in geval van een noodsituatie. Om de Trike weer in gebruik te nemen dient de
gebruiker de knop linksom te draaien en eraan te trekken.
Afbeelding 5.4 – noodstop
Tijdens het rijden
Zorg ervoor dat u de risico's tijdens het rijden zo klein mogelijk houdt. Dit omvat het
aanpassen van je snelheid aan je omgeving. Zorg dat je altijd voldoende ruimte hebt om de
TRIKE te manoeuvreren en afstand te houden tot anderen om een tijdige stop te kunnen
maken. Zorg altijd voor een goede zichtbaarheid.
- 13 -
Gebruikers en onderhoudshandleiding Trike