8021611 | SICK
Subject to change without notice
Afbeelding: H
2
Monteer de sensor en reflector op een geschikte montagebeugel (zie SICK accessoirespro‐
gramma). Lijn de sensor en de reflector ten opzichte van elkaar uit.
Houd rekening met het maximaal toegestane aanhaalmoment van de sensor van 1.3 Nm
Nm.
3
De sensoren moeten spanningsvrij (U
sluittype moet de informatie in de grafieken [zie B] worden opgevolgd:
–
Stekkeraansluiting: pinbezetting
–
Kabel: draadkleur
1
brn
+ (L+)
2
wht
Q
3
blu
- (M)
4
blk
Q
De voedingsspanning (U
worden aangelegd resp. ingeschakeld. Op de sensor brandt de groene indicatie-LED.
Toelichting bij aansluitschema (grafiek B):
Schakeloutputs Q resp. /Q (conform grafiek B):
WL14-2P / K / T (PNP: belasting -> M)
WL14-2N / L (NPN: belasting -> L+)
TE / Test = testinput (zie extra functies)
4
Sensor op geschikte reflector uitlijnen. Positionering zo kiezen dat de rode zendlichtstraal
in het midden van de reflector raakt. De sensor moet vrij zicht op de reflector hebben, er
mag zich geen object in de stralengang bevinden [zie E]. Let erop dat de optische openin‐
gen van sensor en reflector volledig vrij zijn.
Afbeelding: E
5
Sensor zonder instelmogelijkheid (WL14-2Xxx0): sensor is ingesteld en bedrijfsgereed.
Houd nadat de positionering is uitgevoerd een niet-transparant object in de stralengang.
Raadpleeg voor het testen van de werking grafiek C en G. Als de schakeloutput zich niet
gedraagt conform grafiek C, controleer dan de toepassingscondities. Zie paragraaf Fouten‐
diagnose.
Sensor met potentiometer (WL14-2P430S02):
Afbeelding: H-2
= 0 V) worden aangesloten. Afhankelijk van het aan‐
V
brn
brn
+ (L+)
wht
wht
Q
blu
blu
- (M)
blk
blk
Q
> 0 V) mag pas na aansluiting van alle elektrische verbindingen
V
INBEDRIJFNAME
1
1
brn
+ (L+)
+ (L+)
2
2
wht
Q
Q
3
3
blu
- (M)
– (M)
4
4
blk
Q
Q
5
gra
Test
3
5