5.7 GRASOPVANGZAK
Ledig en reinig de zak. Zorg ervoor dat hij schoon
is en dat het gaas niet verstopt is. (fig. 6)
Fig.6
5.8 MAAIDEK
De onderkant van het maaidek moet worden gereinigd na ieder gebruik ter
voorkoming van de ophoping van gras, bladeren, vuil of ander materiaal. Als er
zich vuil kan ophopen, kan dat leiden tot roest en corrosie en kan het een goede
mulchwerking verhinderen.
Het maaidek kan worden gereinigd door de grasmaaier te kantelen (met bougie
die naar boven richt) en het schoon te schrapen met een geschikt stuk gereedschap
(zorg ervoor dat de bougiekabel losgekoppeld is).
5.9 INSTELLEN VAN DE MAAIHOOGTE
VOORZICHTIG: TRACHT NOOIT INSTELLINGEN UIT TE VOEREN AAN DE
GRASMAAIER ZONDER EERST DE MOTOR TE HEBBEN UITGESCHAKELD
EN DE BOUGIEKABEL TE HEBBEN LOSGEKOPPELD.
VOORZICHTIG: alvorens de maaihoogte te wijzigen, dient u de motor uit te
schakelen en de bougiekabel los te koppelen.
UW GRASMAAIER IS UITGERUST MET EEN CENTRALE
HOOGTEVERSTELHENDEL MET 10 STANDEN
Fig. 7
6. ONDERHOUDSINSTRUCTIES
BOUGIE
Gebruik uitsluitend een originele vervangbougie. Voor een optim aal resultaat dient
de bougie om de 100 bedrijfsuren te worden vervangen. (Kijk in de
MOTORHANDLEIDING)
1. Schakel de grasmaaier uit en koppel
de bougiekabel los alvorens de maaihoogte
te wijzigen.
2. De centrale hoogteverstelhendel heeft
10 verschillende hoogtestanden.
3. Om de maaihoogte te wijzigen, drukt
u de verstelhendel naar het wiel toe en
beweegt u hem naar boven of naar
beneden naar de inkeping die overeenkomt
met de gewenste hoogte. (fig.7)
Alle wielen staan altijd op dezelfde maaihoogte.
7. SMEERINSTRUCTIES
VOORZICHTIG: KOPPEL DE BOUGIE LOS ALVORENS ONDERHOUD UIT TE
VOEREN.
1. WIELEN-Smeer de kogellagers in ieder wiel minstens een keer per seizoen met
lichte olie.
2. MOTOR-Kijk in de motorhandleiding voor smeerinstructies.
3. MESBEDIENING-Smeer de scharnierpunten van de mesbedieningshendel en de
remkabel minstens een keer per seizoen met lichte olie. De mesbediening moet vrij
kunnen bewegen in beide richtingen.
8. REINIGING
VOORZICHTIG: spuit de motor niet af met water. Water kan de motor beschadigen
of het brandstofsysteem verstoren.
1. Veeg het maaidek schoon met een droge doek.
2. Spuit de onderkant van het maaidek schoon door de grasmaaier zo te kantelen
dat de bougie zich bovenaan bevindt.
8.1 MOTORLUCHTFILTER
VOORZICHTIG: zorg ervoor dat het luchtfilterschuimelement niet verstopt raakt door
vuil of stof.
Het motorluchtfilterelement moet om de 25 normale bedrijfsuren worden gereinigd
(enkel de filters die uit stof zijn kunnen gereinigd worden, niet die in papier). Het
schuimelement moet regelmatig worden gereinigd wanneer de grasmaaier wordt
gebruikt in droge en stoffige omstandigheden.
(Kijk in de MOTORHANDLEIDING)
Doe het volgende om DE LUCHTFILTER (uit stof) TE REINIGEN
1. Verwijder de schroef.
2. Druk op de twee lipjes op de bovenkant van het filterdeksel. Verwijder het deksel.
3. Was het filterelement in zeepwater. GEBRUIK GEEN BENZINE!
4. Laat het filterelement drogen aan de lucht.
5. Doe enkele druppels SAE30-olie op het schuimfilter en knijp het stevig samen om
eventuele overtollige olie te verwijderen.
6. Installeer het filter opnieuw.
OPMERKING: vervang het filter wanneer het gerafeld, gescheurd of beschadigd is
of wanneer het niet meer kan worden gereinigd.
Filter
deksel
Filter
Filter
deksel
deksel
8.2 SNIJMES
Fig. 8
VOORZICHTIG: vergeet niet de bougie los te koppelen en te aarden alvorens aan
het snijmes te werken om het o
ngewenst
starten van de motor te voorkomen. Bescherm
uw handen met zware handschoenen of een doek om het snijmes vast te pakken.
Kantel de grasmaaier zoals beschreven in de afzonderlijke motorhandleiding. Verwijder
de zeskantbout en onderlegring waarmee het mes en de mesadapter zijn beve stigd
aan de krukas.
Verwijder het mes en de adapter van de krukas.
Filter
deksel