nl Montagehandleiding
Het apparaat mag niet direct in gipskartonplaten (of
gelijksoortig licht bouwmateriaal) van een vrij han-
gend plafond worden gemonteerd.
De boorgatdiepte overeenkomstig de schroeflengte
2.
boren.
Het apparaat met een bevestigingsmateriaal monte-
3.
ren dat voldoende stabiel alsook aan de bouwkundi-
ge situatie en het gewicht van het apparaat is aan-
gepast.
Het uitsnijgedeelte op een voorhanden kabelplaat-
4.
sing van andere apparaten controleren.
Plafond voorbereiden
Om schade te vermijden, de kookplaat afdekken.
1.
De positie van het apparaat bepalen en hierbij het
2.
midden van de kookplaat uitgaand bepalen.
Ervoor zorgen dat zich in het bereik van de borin-
3.
gen geen stroomleidingen, gasleidingen of waterlei-
dingen bevinden.
Vier gaten met een diameter van 6 mm voor de be-
4.
vestiging boren.
De boorgatdiepte overeenkomstig de schroeflengte
5.
boren.
De bevestigingsschroeven in het plafond schroeven.
6.
De draadstangen erin schroeven.
7.
De moeren ca. 10 mm op de draadstangen draaien.
8.
13
4
Apparaat voorbereiden
De vetfilters verwijderen.
1.
De vetfilter niet buigen om beschadigingen te voor-
komen.
20
De schroeven van de zij-afdekking losdraaien.
2.
20
De geurfiltercassette openen.
3.
Zijdelingse afdekkingen naar binnen schuiven en
4.
verwijderen.
De geurfiltercassette sluiten.
5.
Apparaat ophangen
Het apparaat op de hoeken optillen en omdraaien.
1.
De voorhanden kabel in het gemarkeerde bereik
2.
van het apparaat positioneren.