Advertenties
Onderdelen
A
B
C
G
I
H
0.01mm
0—10mm
F
J
K
L
Voorbereiding en voorzorgsmaatregelen
• Ondersteun het voertuig goed met assteunen of een voertuigbrug - werk nooit aan een voertuig dat
slechts wordt ondersteund door een verrijdbare krik.
• Klem de set vast aan de wielophanging. Klem niet vast aan de brug of de bokken, dit leidt tot een
onnauwkeurige meting als gevolg van de speling tussen het voertuig en de brug/assteunen.
• Tijdens het meten van de slingering moet de remschijf stevig aan de naaf zijn bevestigd en moeten
de remblokken van de schijf af staan.
Instructies
Fig 2
C
B
1. Instellen van statief: stel het statief af door de stelschroef (C) aan of los te draaien, zodat de
snelspanner (E) 90 graden draait om het statief vast te zetten. Afb. 2
2. Bevestig het statief met de meegeleverde ring (K) aan de griptang zoals getoond in afb. 2.
3. De griptang kan in drie richtingen worden aangebracht, afhankelijk van de toepassing.
4. Bevestig het meetklokje aan de montageklem (B) zoals getoond. Draai de klemschroef vingervast.
WAARSCHUWING: De schroef niet te strak aandraaien, dit beschadigt anders het meetklokje.
2
A Verstelbaar statief
D
B Montageklem voor meetklokje
C Stelschroef voor statief
D Bevestiging voor griptang
E
E Snelspanner voor statief
F Meetklokje
G Borgschroef voor buitenring meetklok
H Buitenring
I
Markeringen op meetklokje
J Meetpunt van meetklokje
Fig 1
K Ring - statief
L Griptang
E
5. Klem en vergrendel het samenstel met de griptang aan een geschikt ophangpunt of
naafbevestigingspunt dat dichtbij genoeg is zodat het statief (A) onder een hoek kan worden
geplaatst, waardoor het meetpunt (J) van het meetklokje de remschijf kan aanraken onder een hoek
van 90º t.o.v. het oppervlak van de schijf. Plaats het meetklokje zodanig dat het meetpunt (J) 2 tot 4
mm is ingedrukt. Afb. 3
L
6. Zet het meetklokje op nul door eerst de
remschijf te draaien totdat de laagste
waarde wordt aangegeven en draai
vervolgens de borgschroef (G) van de
buitenring los en draai de ring (H) om
de naald op nul te zetten. Draai de
borgschroef (G) van de ring vervolgens
vast. Afb. 1 en 3.
7. Draai de remschijf langzaam waarbij
de naald van het meetklokje eerst een
kant op gaat en dan terug naar de
uitgangspositie terwijl de schijf 360°
draait.
8. Markeringen
verplaatst om de twee uitersten in de
naaldbeweging en de slingering aan
te geven. In plaats daarvan kunnen
de
markeringen
fabriekswaarde
en kan de schijf vervolgens worden
gedraaid. Als de naald binnen de
Fig 3
markeringen blijft, is de slingering van
de schijf acceptabel.
9. Noteer de slingering en vergelijk deze
met de fabriekswaarden voor het
voertuig.
Opmerking:
• 1 meetklokindeling = 0,01 mm
• Voor het beste resultaat moeten
metingen worden verricht vanaf beide
kanten van de schijf en van twee of
meer verschillende radiussen aan elke
zijde van de schijf. Zie afb. 4.
1
2
Fig 4
(I)
kunnen
worden
op
de
maximale
worden
ingesteld
3
Advertenties
