Minivap
Stoomverdeling en slang.
Algemeen:
De plaats van de stoomnozzle of verdeler in het
systeem in relatie tot andere componenten,
bochten, filters, warmtewisselaars, etc. is cruciaal
voor een goede werking. Hierover dient bij het
ontwerp al reeds te worden nagedacht.
Goed:
Pleeg overleg met deskundigen over plaatsing
van de nozzle of stoomverdeler.
Houdt hierbij ook rekening met vorm en
afmetingen van het luchtkanaal.
Installatie van de stoomnozzle:
Algemeen:
De stoomnozzle kan zowel in de zijkant als in de
onderkant van het kanaal worden gemonteerd.
Goed:
Zorg ervoor dat de ø 6 mm condensafvoer op
het laagste punt zit.
Zorg voor een goede condensafvoer vanaf
de nozzle.
Gebruik altijd hittebestendige materialen (100°C).
Stoomslangmontage:
Gebruik stoomslang of koperen pijp met een
diameter van min. ø 22 mm. Bij voorkeur de
originele Vapac stoomslang gebruiken. Koperen
pijp goed isoleren!
Maak de stoomleiding zo kort mogelijk. (Korter
dan 2 m voor optimaal rendement).
Houdt een vertikaal verloop aan van 300 mm
direct boven de unit.
Zorg voor een goed afschot (min. 12-20%) in de
stoomleiding vanaf de nozzle terug naar de unit.
Indien dit niet mogelijk is, zorg dan voor een
goede condensafvoer op het laagste punt.
Zorg voor een goede ondersteuning van de
stoomleiding om "zakken" te voorkomen. Houdt
een continu afschot aan.
Zorg voor de juiste buigradius van stoomslang om
knikken te voorkomen.
Gebruik een goede isolatie voor langere
stoomslang (>2 m) en altijd voor koperen stoom-
leiding, om overmatige condensatie te voorko-
men.
Voer de condensslang vanaf de nozzle terug naar
de unit (in het vulreservoir) voor hergebruik of
naar de afvoer. Gebruik de meegeleverde
(ø 6 mm) slang of koperen pijp.
Voorkom dat stoomslang knikt of dat "zakken"
ontstaan.
Voorkom zuiver horizontale delen in stoom-
leidingen (altijd afschot) en gebruik geen 90°
knieën (eventueel bochtstukken gebruiken).
Stoomnozzle montage:
(maak een 55 mm gat in de
kanaalwand en monteer de
nozzle op 1/3 vanaf de
onderzijde).
Luchtkanaal
gebruik de ø6 mm
slang om het
condensaat terug
te voeren naar de
vulbeker of af te
voeren (via
waterslot).
gebruik de ø22 mm
stoomslang en
slangklem voor
aansluiting van de
nozzle.
Stoomnozzle :
Maten in mm
Zorg voor voldoende
ondersteuning
Geen zakken!
4
Stoomnozzle montageflens:
De stoomnozzle heeft 3
montagegaten. Bij montage
in de kanaalwand er altijd
voor zorgen, dat de 6 mm
condensafvoer op het
laagste punt zit (onder ø 22
mm stoomaansluiting). Maak
een gat van 55 mm, plaats
de nozzle, markeer de
montagegaten en boor deze
overeenkomstig.