Inhoudsopgave
Advertenties
Plaats de meegeleverde nokkensleutel in de gaatjes van de buitenste flens (16).
Hou de nokkensleutel stevig op zijn plaats en draai ondertussen de montageschroef (17)
los met de meegeleverde imbussleutel.
Verwijder de montageschroef (17), de buitenste flens (16) en de ring.
Breng de onderste beschermkap (18) naar boven m.b.v. de hendel (14) en verwijder het
zaagblad.
Reinig de zaagbladflenzen en monteer hierna het nieuwe zaagblad op de as en tegen de
binnenste flens aan.
Zorg ervoor dat de zaagtanden en de pijl op het zaagblad in dezelfde richting wijzen als de
pijl op de bovenste zaagbladbeschermkap.
Monteer opnieuw de buitenste flens (16) en de ring en zet de zaagbladmontageschroef
(17) vast.
Controleer of het zaagblad vrij kan bewegen door het met de hand te laten draaien.
8.2
Instellen van de zaagdiepte
De zaagdiepte is traploos instelbaar.
Een nette zaagsnede ontstaat als het zaagblad ca. 3 mm uit het materiaal steekt.
Draai de vergrendelingshendel voor de diepte-instelling (19) los.
Stel de juiste zaagdiepte in aan de hand van de schaal.
Draai de vergrendelingshendel (19) vast.
8.3
Instellen van de verstekhoek
De verstekhoek is traploos instelbaar tussen 0° en 45°.
Zet de vergrendelingshendel (7) los.
Stel de gewenste verstekhoek in aan de hand van de schaal.
Zet de vergrendelingshendel (7) vast.
8.4
Monteren van de kantgeleider (9)
De kantgeleider (9) laat toe om parallel te zagen aan een andere rand op een maximale
afstand van 140 mm.
Zet de vergrendelingsschroef (8) los.
Stop de kantgeleider (9) in de voet (12).
Stel de kantgeleider (9) op de gewenste afstand in.
Zet de vergrendelingsschroef (8) vast.
8.5
Zaaglijnaanwijzer
De uitsparing links in de voet is de zaaglijnmarkering voor rechte sneden onder 90 º (11) (Zie
de 0 º schaal). De uitsparing rechts is voor versteksneden onder 45 º (10). De
zaaglijnaanwijzer geeft een schatting van de zaaglijn omdat verschillende soorten zaagbladen
en diktes deze zaaglijn ietwat zullen laten afwijken. Maak altijd eerst een testsnede in een stuk
afvalmateriaal om de exacte zaaglijn te bepalen. Zaag het materiaal met de zijde die later
zichtbaar is naar onder om splinterige afwerking te vermijden.
9 BEDIENING
9.1
Aanwijzingen voor gebruik
Klem het werkstuk vast. Zorg daarbij dat de zijde die later zichtbaar is, naar onderen ligt,
omdat de zaagsnede van die kant het nauwkeurigst is.
Schakel de machine in voordat zij het werkstuk aanraakt. Oefen geen druk uit op het
zaagblad. Geef de machine de tijd om door het werkstuk heen te zagen.
Houd de machine met beide handen aan de twee handgrepen vast. Op die manier heeft u
de meeste controle over de machine.
Voor recht zagen langs een getrokken lijn maakt u gebruik van de markering voor recht
zagen.
Copyright © 2016 VARO
POWXQ5315
P a g i n a
| 7
NL
www.varo.com
Advertenties
Inhoudsopgave
