Inhoudsopgave
Advertenties
a) De besturingseenheid starten:
Nadat u de voeding hebt ingeschakeld, licht de rode LED rechts boven op. Verder licht ook
elke andere LED op waarvan de in- of uitgang geactiveerd is. Het systeem is dan in de standaard
status en de lijnen op het display knipperen. Dit betekent dat de slagboom normaal zal werken.
Standaardfunctie:
Als de slagboom gesloten is, wacht de besturingseenheid op de opdracht OPENEN. Dit kan
op de volgende manier worden uitgevoed: via de drukknop UP, via de drukknop Stap/Stap of via de
radiozender. Als er tijdens het openen van de slagboom een tegenovergestelde opdracht wordt
gegeven, stopt de boom gedurende ca. 1 sec. en beweegt de boom opnieuw in de tegenovergestelde
richting. Tijdens het sluiten worden de ingangen fotocel en voertuigdetector gecontroleerd. Als deze
actief zijn, stopt de boom en opent hij opniew. De opdracht STOP blokkeert elke beweging.
De slagboom kan ook bediend worden met de drukknoppen onderaan in het midden van de besturing
(TL3: openen, TL4 sluiten)
b) Opnieuw instellen van de besturingseenheid:
Door beide programmeerknoppen tegelijk in te drukken,
gaat u naar de programmeermodus. Het nummer van de
programmeerbare functie wordt weergegeven. Dit nummer kan
worden gewijzigd met de programmeerknoppen UP (omhoog) en
DW (omlaag). Kies het nummer van de functie die u wilt wijzigen.
Wanneer u beide programmeertoetsen tegelijk indrukt, kunt u de
parameterinstellingen voor deze functie openen. De waarden
kunnen opnieuw worden gewijzigd met de programmeertoetsen
UP en DW volgens de tabel van de programmeerbare functies.
Nadat u de gewenste waarden hebt ingesteld, kunt u ze opslaan door beide knoppen tegelijk in te
drukken. De besturingseenheid keert vervolgens terug naar de standaard status (lijnen knipperen).
Gebruik dezelfde methode om andere parameters te wijzigen.
Tabel met programeerbare functies:
Functie
nummer
01
DETECTOR – Functie keuze voor
voertuigdetector
Niet gebruikt (00), veiligheid ( 01 ), veilighied+sluiten ( 02 )
02
RADIO1 – Functie keuze voor relais A (for MRS2E):
Open ( 00 ), stap-stap ( 01 ), of d.m.v. de inplugbare
voertuigdetector LPD1 (lus aangesloten i.p.v. antenne) slagboom
openen (02)
03
RADIO2 – Functie keuze voor relais B (MRS2E):
Uitgeschakeld( 00 ), of „sluiten" ( 01 )
04
LAMP – Functie keuze voor waarschuwingslamp
Knippert enkel tijdens beweging ( 00 ), continu knipperen ( 01 )
05
FOTO – geheugen voor sluiten impuls bij onderbroken
fotocel
Besturing negeert een sluiten beveel bij onderbroken fotocel
(00), sluiten beveel wordt opgeslagen en later uitgevoerd ( 01 ).
06
TIMER – instelling voor automatisch sluiten
Automatisch sluiten uitgeschakeld ( 00) , automatisch sluiten
geactiveerd, ingestelde waarde komt overeen met tijd ( 01 – 99 )
07
DELAY
waarschuwing knipperlamp), ingestelde waarde komt overeen
met de tijd ( 00 – 99 ).
08
Verkeerslichtfunctie
Verkeerslicht is groen bij volledig geopende boom (00),
verkeerslicht is groen bij volledig geopende boom en wordt
onmiddelijk rood na activeren van de veiligheidsingang (fotocel)
(01), externe sturing van verkeerslichten met SEM-ingang (02)
09
Instelling voor sluiten beweging van de boom bij activering
van veiligheidsingang fotocel of voertuigdetector
Stop de beweging en open (00), stop de beweging en ga verder
met sluiten zodra de ingang terug sluit (01), stop de beweging en
ga verder met sluiten 2 sec. nadat de ingang terug sluit (02)
10
Reactie bij hindernis – slagboom stopt als hij op een hindernis
Omschrijving van de functie
–
vertraagd
sluiten
PLD1 inplugbare
na
bevel
sluiten
Waarde
Standaard
instelling
00 - 02
01
00 - 02
00
00 - 01
00
00 - 01
00
00 - 01
01
00 - 99
00
(pre-
00 - 99
00
00 - 02
00
00 - 02
00
00 - 20
00
11
Advertenties
Inhoudsopgave
