I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G
5.11.2 Plaatsen ruit
Het plaatsen van het glasraam gaat in omgekeerde volgorde van het verwijderen zoals hierboven is beschreven
(zie Bijlage 3, afb. 6 t/m 8).
!Let op
•
Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit, omdat deze inbranden;
•
Draai de parkers niet te vast ter voorkoming van afbreken en / of doldraaien: vast=vast;
•
Vervang de fixeerstrip (X) als het afdichtingskoord heeft losgelaten.
Neem de volgende aanwijzingen in acht bij het terugplaatsen:
Ø
Controleer eerst of de beide fixeerstrippen (X) zover mogelijk naar buiten zijn gedrukt om te voorkomen dat het
afdichtingskoord wordt beschadigd.
Ø
Plaats het glasraam terug in de U-vormige gleuf (zie Bijlage 3, afb. 8 (B)) aan de onderzijde in de
verbrandingskamer.
Zet de bovenste strip (W) van het glasraam weer vast met de parkers.
!Let op
Ø
Duw de beide onderste wiggen (V) omlaag.
Ø
Duw de bovenste wiggen (U) omhoog zodat beide fixeerstrippen (X) met het afdichtingskoord tegen de ruit
drukken.
Ø
Draai vervolgens de parker (T) bij elke wig vast.
Druk tijdens het vastdraaien de wig aan met uw hand.
!Let op
Ø
Draai vervolgens de middelste parker van beide fixeerstrippen vast.
Ø
Plaats de verticale sierstrippen (A).
NL