Beveiligingsopties
Beveiligingsopties
Unlock Setup Status (Status van
ontgrendelingsinstallatie)
Supervisor Password (Beheerderswachtwoord)
User Password (Gebruikerswachtwoord)
Change Supervisor Password (Beheerderswachtwoord
wijzigen)
Change User Password (Gebruikerswachtwoord wijzigen)
Boot Menu Security (Beveiliging opstartmenu)
U kunt uw computer beveiligen door middel van twee wachtwoordfuncties in System Setup:
Beheerderswachtwoord
l
Gebruikerswachtwoord
l
Supervisor Password (Beheerderswachtwoord)
Het beheerderswachtwoord is het wachtwoord op het hoogste niveau van de computer. Als het beheerderswachtwoord is ingesteld, moet dit worden
ingevoerd om toegang te kunnen krijgen tot de Setup van de computer. Dit wachtwoord kan ook worden gebruikt om de computer op te starten als er een
gebruikerswachtwoord is ingesteld.
Zodra het wachtwoord is ingesteld, wordt u om een wachtwoord gevraagd wanneer u System Setup opent. Wachtwoorden bestaan uit maximaal acht tekens.
OPMERKING: als er een onjuist wachtwoord wordt gebruikt, kunt u nog steeds de instellingen in System Setup zien. U kunt echter geen instellingen
wijzigen totdat er een juist wachtwoord wordt ingevoerd.
OPMERKING: het beheerderswachtwoord is een wachtwoord op systeemniveau. Dit is niet hetzelfde wachtwoord als wachtwoorden die u voor accounts
van het besturingssysteem gebruikt. Als een accountwachtwoord in het besturingssysteem is ingeschakeld, moeten gebruikers en beheerders het
wachtwoord van het account op het besturingssysteem invoeren om toegang tot het besturingssysteem te kunnen krijgen.
Indien u het beheerderswachtwoord niet meer weet of kwijt bent, kan het wachtwoord alleen worden verwijderd met behulp van de CMOS-jumper op het
moederbord. Raadpleeg de pagina over jumpers op het moederbord voor meer informatie over het gebruik van de CMOS-jumper. Wanneer u deze jumper
gebruikt, wordt ook het gebruikerswachtwoord gewist.
Het beheerderswachtwoord inschakelen
1. Open System Setup.
2. Markeer de optie Change Supervisor Password (Beheerderswachtwoord wijzigen) en druk op <Enter>.
3. Voer wanneer u daarom wordt gevraagd een wachtwoord in en druk op <Enter>.
4. Voer het wachtwoord nogmaals in om het te bevestigen en druk op <Enter>.
User Password (Gebruikerswachtwoord)
Het gebruikerswachtwoord is voor gebruikers die alleen willen opstarten voor toegang tot het besturingssysteem van de computer. Zij krijgen hiermee geen
toegang tot System Setup. Als het gebruikerswachtwoord is ingesteld, dient de gebruiker dit in te voeren om een besturingssysteem op te starten.
Zodra dit wachtwoord is ingesteld, wordt u hierom gevraagd wanneer het systeem opstart (zie bovenstaande afbeelding). Wachtwoorden bestaan uit
maximaal acht tekens. Zodra er een juist wachtwoord is ingevoerd, wordt het systeem verder opgestart.
OPMERKING: het gebruikerswachtwoord is een wachtwoord op systeemniveau. Dit is niet hetzelfde wachtwoord als wachtwoorden die u voor accounts
van het besturingssysteem gebruikt. Als een accountwachtwoord in het besturingssysteem is ingeschakeld, moeten gebruikers en beheerders het
wachtwoord van het account op het besturingssysteem invoeren om toegang tot het besturingssysteem te kunnen krijgen.
Het gebruikerswachtwoord inschakelen
OPMERKING: het gebruikerswachtwoord is niet zichtbaar en niet toegankelijk in het System Setup-menu totdat er een beheerderswachtwoord is
ingesteld.
1. Stel een beheerderswachtwoord in als deze nog niet is ingesteld. Is er geen beheerderswachtwoord ingesteld op het systeem, dan is de optie voor het
gebruikerswachtwoord grijs en onbeschikbaar.
2. Markeer Change User Password (Beheerderswachtwoord wijzigen) en druk op <Enter>.
3. Voer wanneer u daarom wordt gevraagd een wachtwoord in en druk op <Enter>.
4. U wordt gevraagd om het wachtwoord te bevestigen. Voer het wachtwoord in en druk op <Enter>.
Boot (Opstarten)
Opstartopties
1st Boot Device (1e opstartbron)
2nd Boot Device (2e opstartbron)
Niet vergrendeld
Status van geïnstalleerde beheerderswachtwoord
Status van geïnstalleerde gebruikerswachtwoord
Hier kunt u het gewenste beheerderswachtwoord instellen
Hier kunt u het gewenste gebruikerswachtwoord instellen
Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) (standaardoptie is Disabled
(Uitgeschakeld))
Geeft de eerste opstartbron weer uit een reeks beschikbare apparaten
Removable (Verwijderbaar); SATA; USB; CD/DVD; Network (Netwerk); Disabled (Uitgeschakeld) (standaardoptie is
Removable (Verwijderbaar))
OPMERKING: als de eerste opstartbron niet beschikbaar is, zoekt het systeem automatisch naar de tweede en
volgende apparaten.
Geeft de tweede opstartbron weer uit een reeks beschikbare apparaten.
Removable (Verwijderbaar); SATA; USB; CD/DVD; Network (Netwerk); Disabled (Uitgeschakeld) (standaardoptie is