Storing
De indicatielampjes
De indicatielampjes
branden niet.
branden niet.
Het programma begint
niet.
Het indicatielampje
startklaar" knippert.
Het programma begint
niet.
De indicatielampjes
startklaar", In bedrijf"
en klaar" knipperen.
Het programma begint
niet.
Er stroomt geen water
inhet apparaat of
hetwasmiddel wordt
hetwasmiddel wordt
nietingespoeld.
Het indicatielampje
in bedrijf" knippert.
Water en resten van was
verzorgingsmiddelen in
bakje 2
Oorzaak
De zekering in de meterkastis
De zekering in de meterkastis
doorgeslagen.
doorgeslagen.
De stroom is uitgevallen.
De stekker zit niet of nietgoed in het
stopcontact.
Het deksel van het apparaat is niet
gesloten.
Het trommeldeksel is niet gesloten.
De toets 3" is niet ingedrukt.
De kraan is niet open.
De toevoerslang is geknikt of zit klem.
De zeven in de wateraansluiting zijn
verstopt.
Niets aan de hand!
Advies
Zekering inschakelen of vervangen.
Als deze storing vaker optreedt,
schakel dan de Servicedienst in.
Het ingestelde programma loopt
door als er weer stroom is. Als het
wasgoed uit de trommel moet
worden gehaald, ga dan te werk
zoals onder Schoonmaken van de
afvoerpomp", zie blz. 22 en verder.
Deksel sluiten (tot u een klik hoort).
Trommeldeksel sluiten
Toets 3" indrukken
Kraan opendraaien.
Zeven schoonmaken, zie blz. 23 en
verder.
De werking van het wasverzorgings
middel wordt niet verminderd.
25