BRANDERBEVEILIGING
Als de fuel brander niet werkt:
1. Het branderverklikkerlampje licht op.
2. Druk op het vergrendelings knopje. Daarna, de hoofdschakelaar
van de ketel enkele seconden afzetten, en dan terug aanzetten.
Als de olie- of gasbrander niet werkt, de elektrische voeding aan hoofdschakelaar
van de ketel afzetten, het frontpaneel van de ommanteling verwijderen en op het
Wachten tot de temperatuur van de ketel minder dan 60°C bedraagt en het frontpaneel
terugplaatsen.
Bij aanhoudende problemen neemt u best contact op met uw installateur.
Starten van de brander:
In normale omstandigheden start de brander automatisch als de temperatuur van de ketel onder de
opgegeven waarde zakt.
Om de goede werking van uw installatie te verzekeren dient u ze jaarlijks vóór het stookseizoen
door een gekwalificeerd technicus te laten onderhouden.
GEBRUIKERSGIDS
knopje van de veiligheidsthermostaat drukken, bovenaan de ketel.
Veiligheidsthermostaat met manuele herschakeling
Als de gasbrander niet werkt:
1. De beschermkap van de brander verwijderen.
2. De rode lamp van de het vergrendelingsknopje brandt.
3. Op de rode knop drukken. Daarna, de hoofdschakelaar van de
ketel enkele seconden afzetten, en dan terug aanzetten.
NL • 7