4 Weegschaalinstellingen
Om de gegevenstransmissie te verzekeren dienen de communicatieparameters (bv.
transmissiesnelheid, bits en pariteit) van het apparaat en de software voor
gegevenstransmissie met elkaar in overeenstemming te zijn. Daarvoor dient het
apparaat geconfigureerd te worden zodat het gebruik van USB-interface mogelijk
was. Conform de gebruiksaanleiding handelen om de aanpassingen te maken.
4.1 EWJ
Om de overdracht met de USB-leiding mogelijk te maken de weegschaal in het menu
"F3 COM" in de "S USB" modus instellen (zie gebruiksaanleiding geleverd met de
weegschaal, hoofdstuk 9). In deze menupunt kunnen de transmissieparameters
willekeurig worden gewijzigd.
4.2 DBS
4.2.1 Interfaceparameters
1. Het menu met de toets Menu opvragen, de
eerste menupunt "PRoGRM" verschijnt.
2. Met de navigatietoetsen de menupunt
"CoM.SET" kiezen.
3. Met de toets ENTER bevestigen, de actueel
ingestelde poort verschijnt.
oUT.I = RS232,
oUT.2 = USB.
4. Met de navigatietoetsen de menupunt
"oUT.2" kiezen.
5. Met de toets ENTER bevestigen, de actueel
ingestelde transmissiesnelheid verschijnt.
6. Met de navigatietoetsen de gewenste
instelling kiezen.
7. De ingevoerde gegevens opslaan, de toets
ENTER drukken, de volgende
interfaceparameter verschijnt.
Alle interfaceparameters achter elkaar instellen
door elke keer de stappen 6 en 7 te herhalen.
10
DBS-A02-IA-nl-1420