Inhoudsopgave
Advertenties
5
U-CONTROL UMX610/UMX490 Gebruiksaanwijzing
2. USB-Modus en Standalone
De UMX kan als USB-interface of als standalone-apparaat gebruikt worden.
Wanneer u de UMX met een computer verbonden hebt, vindt het volgende
signaalverloop plaats (afb. 2.1):
IN
OUT
(intern)
PC/MAC
USB
Afb. 2.1: Het MIDI-signaalverloop: Via een virtuele MIDI IN- en MIDI OUT-interface,
worden MIDI-gegevens gestuurd.
Wanneer de UMX via USB niet met een computer verbonden is, is deze in de
standalone-modus en is in staat MIDI-gegevens viade MIDI OUT-bus ( (14) )
te verzenden.
(6)
(5)
(4)
(7)
(3) (2)
Afb. 3.1: Bovenaanzicht van de UMX
Sound-Module
MIDI
(intern)
(8)
(9)
3. Bedieningselementen
Enaansluitingen
(1) Het TOETSENBORD: 49/61 aanslagdynamische, grote toetsen. Dit fungeert
ook als waardetoekenner in de loop van de toewijzingsprocedure.
(2) Het MODULATIE-wiel (fabrieksinstelling CC 1) kantoegewezen worden aan
willekeurige MIDI-controllers.
(3) Het PITCH BEND-wiel kan toegewezen worden aan willekeurige
MIDI-controllers.
(4) De VOLUME/DATA-fader (fabrieksinstelling CC 7) kan toegewezen worden
aan willekeurige MIDI-controllers.
(5) De ASSIGN-taster maakt de toewijzing mogelijk.
(6) De USER MEMORY-toets roept het interne geheugen op, dat ook na het
uitschakelen van het apparaat behouden blijft.
(7) De twee OCTAVE SHIFT-tasters hebben transponeer-functies (meer octaven
hoger of lager; vergelijk LED-activiteiten-tabel 3.1). Ook de OCTAVE SHIFT-
tasters kunnen toegewezen worden aan willekeurige MIDI-controllers.
(8) De acht draairegelaars R1 - R8 hebben functies zoals in de tabel (10)
beschreven, ze kunnen echter in de ASSIGN-modus ook toegewezen worden
aan willekeurige controllers.
(9) De acht tasters B1 - B8 hebben functies zoals in de tabel (10) beschreven,
ze kunnen echter in de ASSIGN-modus ook toegewezen worden aan
willekeurige controllers.
(10) De tabel toont de door de fabriek ingestelde controller-indeling.
Bediening
transponering van een octaaf
eenmaal indrukken
omhoog, respectievelijk omlaag
transponering nog een octaaf
twee keer indrukken
omhoog, respectievelijk omlaag
(totaal twee octaven)
transponering nog een octaaf
drie keer indrukken
omhoog, respectievelijk omlaag
(totaal nu drie octaven)
Reset (de transponering wordt
beide toetsen indrukken
ongedaan gemaakt)
Tab. 3.1: De LED-activiteit wat de afhankelijkheid van de OCTAVE SHIFT-status betreft
(10)
(11)
(1)
Toonhoogte
LED
LED brandt
LED knippert
LED knippert
LED's blijven gedoofd
Advertenties
Inhoudsopgave
