Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beacon Interval; Wireless (Wlan) > Advanced Wireless Settings (Geavanceerde Instellingen Wlan) - Cisco Linksys WRT610N Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 3
Wireless Client List (Lijst WLAN-clients)
MAC XX
Voer de MAC-adressen in van de apparaten
waarvan u de toegang tot het draadloze netwerk wilt
beheren.
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de
wijzigingen door te voeren of klik op Cancel Changes
(Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Wireless (WLAN) > Advanced Wireless
Settings (Geavanceerde instellingen WLAN)
Het scherm Wireless > Advanced Wireless Settings (WLAN
> Geavanceerde instellingen WLAN) wordt gebruikt om
de geavanceerde functies in te stellen voor de router.
Deze instellingen dienen alleen door ervaren beheerders
te worden aangepast, omdat bij onjuiste instellingen de
prestaties van het draadloze netwerk kunnen afnemen.
Wireless (WLAN) > Advanced Wireless Settings (Geavanceerde
instellingen WLAN)
Advanced Wireless (Geavanceerde instellingen WLAN)
AP Isolation
(AP-isolatie) Hiermee worden alle draadloze
clients en draadloze apparaten in uw netwerk van elkaar
gescheiden. Draadloze apparaten kunnen communiceren
met de router, maar niet met elkaar. Selecteer Enabled
Dual Band Wireless-N router voor simultaan verkeer
Geavanceerde configuratie
(Ingeschakeld) als u deze functie wilt gebruiken. AP-
isolatie is standaard uitgeschakeld.
Frame Burst
(Frame-burst) Met deze optie nemen
de prestaties van uw netwerk toe, afhankelijk van de
leverancier van uw draadloze producten. Selecteer
Enabled (Ingeschakeld) als u de optie voor frame-burst
wilt inschakelen. De standaardinstelling is Disabled
(Uitgeschakeld).
Authentication Type
(Verificatietype) De standaardwaarde
is Auto (Automatisch) waardoor Open System-verificatie of
verificatie met een gedeelde sleutel kan worden gebruikt.
Bij Open System-verificatie gebruiken de verzender
en de ontvanger GEEN WEP-sleutel voor de verificatie.
Bij verificatie met een gedeelde sleutel gebruiken de
verzender en de ontvanger wél een WEP-sleutel voor de
verificatie.
Basic Rate
(Basissnelheid) De instelling Basic Rate
(Basissnelheid) is niet één vaste overdrachtssnelheid,
maar een reeks snelheden waarmee de router
kan zenden. (De basissnelheid is niet gelijk aan de
daadwerkelijke gegevensoverdrachtssnelheid. Als u de
gegevensoverdrachtssnelheid van de router wilt opgeven,
configureert u de instelling Overdrachtssnelheid.)
De router geeft de basissnelheid door aan de andere
draadloze apparaten in het netwerk, zodat deze
weten welke snelheden worden gebruikt. De router
zal ook bekendmaken dat deze automatisch de beste
overdrachtssnelheid zal selecteren. De standaardinstelling
is Default (Standaard), waarbij de router kan zenden met
alle draadloze gegevenssnelheden.
Transmission Rate
(Overdrachtssnelheid) De snelheid
van gegevensoverdracht dient ingesteld te worden op
basis van de snelheid van uw draadloze netwerk. U kunt
het bereik van de overdrachtssnelheden selecteren of
Auto (Automatisch) selecteren als u de router de hoogst
mogelijke gegevenssnelheid wilt laten gebruiken en
de functie voor automatisch terugvallen wilt instellen.
Met deze optie wordt onderhandeld over de beste
verbindingssnelheid tussen de router en een draadloze
client. De standaardwaarde is Auto (Automatisch).
CTS Protection Mode
(CTS-beveiligingsmodus) Schakel
de CTS-beveiligingsmodus (CTS, Clear-To-Send) alleen
in wanneer u ernstige problemen ondervindt met uw
draadloze producten en geen overdracht mogelijk is naar
de router in een omgeving met zwaar vertraagd draadloos
verkeer. Met deze functie kan de router alle draadloze
overdrachten beter opvangen, maar nemen de prestaties
van de router zeer sterk af. De standaardwaarde is Auto
(Automatisch).

Beacon Interval

(Bakeninterval) Een baken is een
pakketbroadcast van de router voor de synchronisatie
van het draadloze netwerk. Geef een waarde op tussen
20-1000 milliseconden. De waarde van het bakeninterval
geeft het frequentie-interval van het baken aan. De
standaardwaarde is 100.
DTIM Interval
(DTIM-interval) Deze waarde, die tussen
3 en 255 ligt, geeft het DTIM-interval (Delivery Traffic
Indication Message) aan. Een DTIM-veld is een aftelveld
dat de clients informatie verstrekt over het volgende
venster voor het luisteren naar broadcast- en multicast-
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave