Download Print deze pagina

VDH ALFA 23 DP Gebruiksaanwijzing pagina 2

Advertenties

* Werking van de alarmfuncties.
Deze alarmthermostaat heeft twee instelbare alarmen, n.l. een minimum- en maximum-alarm. Waarbij
gekozen kan worden uit waak- of regelalarmen (Parameter 27):
-
Waak alarmen Relais normaal op en led 'set high' uit, bij alarm valt relais af en gaat led 'set high'
-
Regel alarmen Relais normaal afgevallen en led 'set high' uit, bij alarm komt relais op en gaat led
Verder kan een alarm onthouden worden of niet (Parameter 28).
-
Als alarmen worden onthouden (default) moeten de alarmen worden bevestigd door op de SET
toets te drukken. Pas als de alarm oorzaak is weggenomen en het alarm is bevestigd komt het
relais weer in de normale stand.
-
Als alarmen niet worden onthouden, wordt zodra de alarm oorzaak is weggenomen het alarm
automatisch gereset en komt het relais weer in de normale stand.
Ook kan een offset (zone) en de differentie per alarm worden ingesteld, zie het functiediagram.
Verder kan er nog een tijdvertraging (Parameter 23 en 24) per alarm worden ingesteld waarbij dan de
led 'set high' knippert. Pas na uitlopen van de tijdvertraging volgt er een alarm en komt het relais in de
alarm stand. Als binnen de tijdvertraging de temperatuur zich weer hersteld volgt geen er alarm.
In het display wordt continu een H indicatie weergegeven bij een hoog alarm en een L indicatie bij
een laag alarm. Zodra de alarmen zijn bevestigd wordt de temperatuur weer getoond, afgewisseld met
eventueel nog actuele alarm indicaties.
Met parameter 29 op 1 (Ja) kan worden ingesteld dat na het handmatig bevestigen het relais al
weer in de normale stand komt, zonder dat de alarm oorzaak is weggenomen. Dan gaat de led 'set
high' uit, komt het relais in de normale stand en wordt de temperatuur weer in het display getoond,
afgewisseld met actuele alarm indicaties.
* Sensorstoring detectie
Indien een sensorstoring wordt gedetecteerd komt foutmelding Er in het display en wordt het relais
geschakeld conform parameter 11.
De foutmelding blijft in het display totdat die handmatig met de SET toets wordt bevestigd. Zodra
de sensorstoring is bevestigd wordt de gemeten temperatuur weer getoond, afgewisseld met de
eventueel nog actuele meldingen.
Nadat de sensorstoring is opgeheven wordt het relais weer conform parameter 27 aangestuurd als:
- de sensorstoring handmatig is/wordt bevestigd, of
- een alarm word gedetecteerd.
In de meeste situaties zal het logisch zijn om parameter 11 en 27 op dezelfde waarde in te stellen.
* Afregeling voeler.
De voeler wordt afgeregeld met behulp van de Voeler Offset (parameter 04). Wijst de ALFA(NET) 33
DP b.v. 0,2 / C te veel aan, dan moet de Voeler Offset met 0,2 / C verlaagd worden.
* Foutmeldingen.
In het display van de ALFA(NET) 33 DP kunnen de volgende foutmeldingen verschijnen:
Er
- Voeler defect.
Oplossing:
EE
- Instellingen zijn verloren gegaan.
Oplossing:
* Instelling interne parameters.
Naast het instellen van het setpoint zijn er een aantal interne instellingen mogelijk zoals de differentie,
voeler-offset en setpointbereik.
Door de DOWN toets langer dan 10 seconden in te drukken, komt men in het 'interne programmering
menu'. In het linker display gaan het onderste en bovenste segment knipperen. Via de UP en DOWN
toetsen kan nu de gewenste parameter worden geselecteerd (zie tabel voor de parameters). Wanneer
de gewenste parameter geselecteerd is, kan door op de SET toets te drukken de waarde van de
parameter worden uitgelezen. Door nu op de UP en DOWN toetsen te drukken kan de parameter
worden veranderd.
Als na 20 seconden geen toets is ingedrukt, zal de ALFA(NET) 23 weer naar de normale
bedrijfstoestand terugspringen.
branden. Hierbij wordt dus spanningsuitval ook als alarm doorgegeven.
'set high' branden.
- Controleer of voeler goed is aangesloten.
- Controleer voeler (1000 S /25 / C).
- Vervang voeler.
- Instellingen opnieuw inprogrammeren.
2

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Alfanet 23 dp