•
Begin niet aan stressrijke of emotionele gesprekken waardoor uw aandacht
kan verslappen. Laat de mensen waarmee u spreekt weten dat u aan het
rijden bent en onderbreek gesprekken waardoor uw aandacht mogelijk van
de weg wordt afgeleid.
•
Gebruik uw apparaat om hulp in te schakelen. Bel een lokaal alarmnummer
in het geval van brand, verkeersongelukken of andere noodsituaties.
•
Gebruik uw apparaat om anderen in noodsituaties te helpen. Als u een
verkeersongeval, een misdrijf of een noodsituatie waarbij levens in gevaar
zijn ziet, belt u een lokaal alarmnummer.
•
Bel indien nodig het nummer van een hulpdienst of een speciaal niet-
alarmnummer voor verdere hulp. Als u een gestrand voertuig ziet dat geen
direct gevaar oplevert, een kapot verkeersteken, een klein verkeersongeval
waarbij niemand gewond lijkt of een auto waarvan u weet dat die is
gestolen, belt u een nummer van een hulpdienst of een ander, speciaal niet-
alarmnummer.
Het mobiele apparaat goed onderhouden en gebruiken
Houd het apparaat droog
•
Vocht en allerlei soorten vloeistoffen kunnen onderdelen van het apparaat
of elektronische circuits beschadigen.
•
Schakel het apparaat niet in als dit nat is. Als het apparaat al is ingeschakeld,
schakelt u het uit en verwijdert u de batterij onmiddellijk (als u het apparaat
niet kunt uitschakelen of de batterij niet kunt verwijderen, laat u dit zo).
Maak het apparaat vervolgens met een handdoek droog en breng het naar
een servicecenter.
•
Door de vloeistof verandert de kleur van het label dat de waterschade in het
apparaat aangeeft. Waterschade aan het apparaat kan de garantie van de
fabrikant laten vervallen.
Gebruik uw toestel niet op plaatsen met hoge concentraties stof of
deeltjes in de lucht en bewaar uw toestel ook niet op deze plaatsen
Stof of vreemde materialen kunnen zorgen voor een storing in uw toestel en
kunnen resulteren in brand of een elektrische schok.
Bewaar het apparaat alleen op platte oppervlakken
Als het apparaat valt, kan het beschadigd raken.
Bewaar het apparaat niet in een te warme of te koude omgeving.
Gebruik het apparaat bij een temperatuur tussen -20°C en 45°C
•
Het apparaat kan ontploffen als u het achterlaat in een gesloten voertuig,
omdat de temperatuur daarin tot 80°C kan oplopen.
Veiligheidsvoorschriften
135