5 Installatie
4.2
Overzicht van de elektrische
verbindingen
Connectoren
a
1
b
2
3
b
X1A
4
N
230 V AC
L
c
1
X2A
2
d
X3A
e
X4A
a
Alleen RBRP069A61
b
Naar digitale ingangen van zonne-energie-inverter/
energiebeheersysteem
c
Naar elektrische pulsmeter
d
Naar binnenunit
e
Naar router
Aansluitingen
Aansluiting
Kabeltraject
Toebehoren kabels
Router (X4A)
—
Kabels ter plaatse geleverd
Binnenunit
0,75 ~
2
(X3A)
1,25 mm
Elektriciteitsmet
0,75 ~
2
er (X2A)
1,25 mm
Digitale
0,75 ~ 1,5 mm
ingangen (X1A)
(a)
De als toebehoren geleverde ethernetkabel heeft een
lengte van 1 m. Het is echter mogelijk om een ter plaatse
geleverde ethernetkabel te gebruiken. Houd in dat geval de
maximaal toegelaten afstand tussen LAN-adapter en router
aan. Die is 50 m bij Cat5e-kabels en 100 m bij Cat6-kabels.
(b)
Deze draden MOETEN ommanteld zijn. Aanbevolen
striplengte: 6 mm.
(c)
Deze draden MOETEN ommanteld zijn. Aanbevolen
striplengte: 6 mm.
(d)
Alle bedrading naar X1A MOET H05VV zijn. Vereiste
striplengte: 7 mm. Zie voor meer informatie
ingangen" op
pagina 4.
4.2.1
Router
Voor de aansluiting van de LAN-adapter is er een vrije LAN-poort
nodig op de router.
Minimaal moet een ethernetkabel van categorie Cat5e worden
gebruikt.
4.2.2
Binnenunit
Voor stroom en communicatie met de binnenunit dient de LAN-
adapter via een 2-draads kabel op de binnenunit te worden
aangesloten. Er is GEEN aparte voeding: de adapter wordt gevoed
door de binnenunit.
Installatiehandleiding
4
Draden
Maximale
kabellengte
(a)
—
50/100 m
(b)
2
200 m
(c)
2
100 m
2
Afhankelijk van
100 m
(d)
de toepassing
"4.2.4 Digitale
4.2.3
Elektriciteitsmeter
Als de LAN-adapter met een elektrische pulsmeter (ter plaatse
geleverd) is verbonden, zorg er dan voor dat de meter aan de
volgende vereisten voldoet:
Onderdeel
Type
Mogelijk aantal pulsen
Pulstijdduur
Minimale tijd
AAN
Minimale tijd
UIT
Type meting
4.2.4
Digitale ingangen
Connector X1A is bestemd voor de aansluiting van de LAN-adapter
op
de
digitale
ingangen
energiebeheersysteem. Daardoor kan het ROTEX-systeem in
verschillende Smart Grid-toepassingen worden gebruikt.
X1A/N+L levert een detectiespanning aan het ingangscontact van
X1A. De detectiespanning maakt detectie van de toestand (open of
gesloten) van de digitale ingangen mogelijk en levert GEEN voeding
aan het overige deel van de printplaat van de LAN-adapter.
Zorg dat X1A/N+L beschermd worden door een snelwerkende
stroomonderbreker (nominale stroom 100 mA~6 A).
De overige bedrading voor X1A verschilt afhankelijk van de Smart
Grid-toepassing. Voor meer informatie, zie de referentiehandleiding
voor de installateur.
5
Installatie
5.1
Bevestiging van de LAN-adapter
De LAN-adapter wordt op de wand bevestigd via de montagegaten
(a) in de achterbehuizing. Voordat de achterbehuizing op de wand
wordt gemonteerd, moet u enkele uitduwgaten (b)(c) verwijderen,
afhankelijk van hoe u de bedrading wil leiden en in de adapter wil
invoeren.
U kunt de bedrading vanaf de onderzijde of vanaf de zijkant leiden
en invoeren. Leef altijd de volgende regels en beperkingen na:
Specificatie
Pulsmeter (5 V DC-pulsdetectie)
▪ 0,1 puls/kWh
▪ 1 puls/kWh
▪ 10 pulsen/kWh
▪ 100 pulsen/kWh
▪ 1000 pulsen/kWh
10 ms
100 ms
Afhankelijk van de installatie:
▪ Enkelfasige wisselstroommeter
▪ Driefasige wisselstroommeter
(gebalanceerde belastingen)
▪ Driefasige wisselstroommeter
(niet-gebalanceerde
belastingen)
van
een
zonne-energie-inverter/
RBRP069A61
ROTEX LAN-adapter
4P509999-1 – 2017.10