Als de kegels 1 uur onder water gelegen hebben en verzadigd zijn kunnen ze in de
overvloedig bewaterde aarde gestoken worden.
Zorg dat de kegels dicht bij de wortels in de grond worden gestoken en dat ze
volledig contact met de grond hebben.
Voor elke pot gebruikt u 1 kegel.
Met de meegeleverde ty-raps kun je de slang netjes vastmaken aan de potten.
Maak hiervoor gaatjes in de potten.
Bevestig de ty-raps niet te strak zodat de slang niet ingedeukt of afgeklemd wordt.
Instellen van de kegels
Stel de kegel correct in door het stelschroefje tegen de klok in te draaien tot het water
begint te stromen.
Het water komt uit het druppelslangetje waarvan het uiteinde ongeveer 8 cm van de
kegel verwijderd moet zijn.
Draai het stelschroefje nu langzaam met de klok mee totdat er net geen water meer
uit het slangetje druppelt.
Belangrijk: Draai nu het stelschroefje nog 2 pijltjes met de klok mee.
De kegel zal nu geen water meer geven zolang de aarde nat is.
Sluit de laatste Blumat aan op de meegeleverde eindstop.
Bevestig de bruissteen aan het pompje en hang het pompje op zijn plek boven het
vat.
De bruissteen hangt in het watervat en zorgt voor zuurstoftoevoeging aan het water.
Controle
Nadat het systeem is geinstalleerd moet er elke 2 dagen gecontroleerd worden voor
een periode van 1 a 2 weken. Indien nodig stel de druppelaar bij door iets aan het
schroefje te draaien. Richting + draaien zal de grond vochtiger maken en naar de –
draaien zal de grond droger maken. Meestal is het stellen van een half pijltje (op het
schroefje) vodoende. Als de instelleing correct is, hoeft het systeem niet meer te
worden bijgesteld.