Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Probleemoplossing - LABKOTEC GA-2 Installatie- En Bedieningsinstructies

Alarmtoestel vetafscheider met twee sensoren
Inhoudsopgave

Advertenties

GA-2 Vetalarm
Installatie- en bedieningsinstructies
4

PROBLEEMOPLOSSING

Probleem:
Mogelijke
oorzaak:
Remedie:
Probleem:
Mogelijke
oorzaak:
Remedie:
Probleem:
Mogelijke
oorzaak:
Remedie:
Probleem:
Mogelijke
oorzaak:
Remedie:
Auteursrecht © 2021 Labkotec Oy
Wij behouden het recht voor tot wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving
Let op! Bij het testen van de blokkeringssensor moet de
vetalarmsensor zich in hetzelfde waterreservoir bevinden!
Geen alarm wanneer vetalarmsensor zich in vet of lucht bevindt, of
het alarm gaat niet af
Sensor is verontreinigd.
1. Reinig de sensor en controleer nogmaals de werking.
Meet de sensorstroom en -spanning, zo nodig op de hierna beschreven
wijze.
Geen alarm wanneer blokkeringssensor zich in vloeistof bevindt, of
het alarm gaat niet af
Sensor is verontreinigd.
1. Reinig de sensor en controleer nogmaals de werking.
Meet de sensorstroom en -spanning, zo nodig op de hierna beschreven
wijze.
De volgende werkzaamheden mogen uitsluitend door een
gekwalificeerde monteur worden uitgevoerd!
LED-indicator VOEDING is uit
Toestel krijgt geen voedingsspanning.
1. Controleer of de scheidingsschakelaar voor de voeding niet is
uitgeschakeld.
2. Meet de spanning tussen de polen N en L1. Deze moet 230 VAC ±
10% zijn.
LED-indicator voor DEFECT is aan
De stroom in het sensorcircuit is te laag (kabelbreuk of connector los) of te
hoog (kortsluiting in kabel). Ook de sensor kan defect zijn.
1. Zorg dat de sensorkabel correct op de regeleenheid GA-2 is
aangesloten.
2. Meet afzonderlijk de spanning tussen de polen 10 en 11 en die tussen
de polen 13 en 14. De spanning moet liggen tussen 7,0 – 8,5 V.
Opmerking! De spanning wisselt tussen de sensorconnectors met
intervallen van 1 seconde.
3. Meet de sensorstroom wanneer de sensor zich in de lucht of in vet
bevindt.
De gemeten stroom moet 7,0 – 8,5 mA zijn.
4. Meet de stroom wanneer de sensor zich in water bevindt. De gemeten
stroom moet 2,5 – 3,5 mA zijn.
Als het probleem niet aan de hand van de bovenstaande instructies kan
worden opgelost, neem dan contact op met de plaatselijke
vertegenwoordiger van Labkotec Oy of de servicedienst van Labkotec Oy.
D15623CH-5
8/12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave