14. Manual auto functie
Gebruik de manual auto toets als de afstandsbediening weg of onbruikbaar is.
Inschakelen van de manual auto functie
Druk op de MANUAL AUTO toets op het bedieningspaneel van de primaire unit.
Druk niet met natte handen of puntige voorwerpen op de MANUAL AUTO-toets. Dit kan elektrische
schokken of storing veroorzaken.
• Als de airconditioner wordt bediend met de knoppen van de primaire unit, dan is de functie gelijk
aan de AUTO-functie die met de afstandsbediening wordt geselecteerd.
Bij Multi-type airconditioners zal het warmtepompmodel echter in dezelfde functie werken als de
andere binnenunit.
• De circulatie snelheid staat op AUTO en de temperatuurinstelling is 24° C.
Stoppen van de manual auto functie
Open het luchtinlaatrooster en druk nogmaals op de manual auto toets.
15. Instellen van de luchtuitblaasrichting
Start de airconditioner, alvorens deze instellingen te selecteren.
Verticale verstelling luchtuitblaasrichting
Elke keer als de knop wordt ingedrukt verandert de instelling als volgt:
Aanbevolen luchtrichting:
1, 2, 3, 4 bij koelen en ontvochtigen.
2, 3, 4 bij verwarmen
De functie weergave op de display van de
afstandsbediening zal niet veranderen.
• De verticale luchtuitblaasrichting wordt automatisch ingesteld, afhankelijk van de ingestelde functie:
Tijdens koelen en ontvochtigen:
Tijdens verwarmen:
• De auto-functie kan tijdens de eerste minuut van de werking niet versteld worden, de stand in de
eerste minuut is horizontaal 1.
• Gebruik altijd de afstandsbediening om de luchtrichting te verstellen voor de op- en neerwaartse
beweging. Handmatig verstellen van de lamel kan problemen opleveren. Als dit gebeurt, herstart
dan de airconditioner zodat de lamel zijn oorspronkelijke stand weer inneemt.
• Als in de gekoelde ruimte kinderen, ouderen of zieke personen aanwezig zijn, dienen de ruimte-
temperatuur en de uitblaasrichting zorgvuldig te worden afgesteld.
22
Horizontale richting 1
Neerwaartse richting 4.
1
2
3
4